Instellen via het voorpaneel
Subnet Mask
In dit veld verschijnt het huidige subnetmasker van de machine. Als u DHCP of BOOTP niet gebruikt om het
subnetmasker op te vragen, kunt u het gewenste subnetmasker invoeren. Vraag uw netwerkbeheerder welk
subnetmasker u mag gebruiken.
1
Druk op Menu/Set, 6, 1, 3.
2
Selecteer 1 om te wijzigen. Voer het adres van het subnetmasker in.
3
Druk op Menu/Set.
4
Druk op Stop/Exit.
Gateway
In dit veld verschijnt het adres van de huidige gateway of router van de machine. Als u DHCP of BOOTP niet
gebruikt om het gateway- of routeradres op te vragen, kunt u het gewenste adres invoeren. Als u geen
gateway of router hebt, mag u in dit veld niets invullen. Vraag uw netwerkbeheerder als u niet zeker bent.
1
Druk op Menu/Set, 6, 1, 4.
2
Voer het adres van de gateway in.
3
Druk op Menu/Set.
4
Druk op Stop/Exit.
Knooppunt naam
U kunt de naam van de machine op het netwerk registreren. Deze naam wordt vaak de NetBIOS-naam
genoemd; het is de naam die is geregistreerd bij de WINS-server op uw netwerk. Brother raadt aan om de
naam BRN-XXXXXX te gebruiken (waar XXXXXX de laatste zes tekens van het Ethernetadres zijn)
(maximaal 15 tekens).
1
Druk op Menu/Set, 6, 1, 5.
2
Selecteer 1 om te wijzigen. Voer de naam van het knooppunt in.
3
Druk op Menu/Set.
4
Druk op Stop/Exit.
3
3 - 4