Levelflex FMP50 PROFIBUS PA
6.1.2
Fixeren van de sonde
Fixeren van kabelsondes
C
A
Doorhang van de kabel: ≥ 1 cm per 1m sondelengte (0,12 inch per 1 ft van de sondelengte)
B
Betrouwbaar geaard sonde-uiteinde
C
Betrouwbaar geïsoleerd sonde-uiteinde
1:
Montage en contact met een bout
2
Montageset geïsoleerd
• Het uiteinde van de sonde moet onder de volgende omstandigheden worden gefixeerd:
Indien anders de sonde sporadisch met de tankwand, de uitlaatbodem, interne onderdelen
of andere onderdelen van de installatie in aanraking komt.
• Het uiteinde van de sonde kan worden vastgezet via de interne schroefdraad
Kabel 4 mm (1/6"), 316: M 14
• De bevestiging moet betrouwbaar zijn geaard of betrouwbaar zijn geïsoleerd. Indien het niet
mogelijk is het sondegewicht te monteren met een betrouwbaar geïsoleerde verbinding, kan
deze worden gefixeerd met behulp van een geïsoleerde bevestigingsset, welke als
toebehoren leverbaar is.
Endress+Hauser
2
B
1
Montage
A0012609
17