7
|
Installatie van de leidingen
Uitgebreide handleiding voor de installateur
26
INFORMATIE
▪
Op elke BEV2-unit mag slechts 1 binnenunit worden aangesloten.
▪
In dit hoofdstuk wordt alleen de procedure voor de aansluiting op de BEV2-unit
beschreven. Voor de procedure voor de aansluiting van de binnen- of buitenunit,
zie de montagehandleiding van de binnen- of buitenunit.
WAARSCHUWING
▪
Gebruik K65 leidingen voor hogedruktoepassingen met een werkdruk van 120 bar
of 90 bar, afhankelijk van de plaats in het systeem.
▪
Gebruik K65-koppelstukken en -fittingen voor een werkdruk van 120 bar of
90 bar, afhankelijk van de plaats in het systeem.
▪
Leidingen mogen ALLEEN aan elkaar worden gebraseerd. Andere soorten
koppelingen zijn verboden.
▪
Leidingen optrompen is NIET toegelaten.
1 Breng de lokale leiding in de leiding aan de kant van de BEV2-unit.
2 Sluit de koelmiddelleiding alleen met gebraseerde verbindingen aan op de
unit.
OPMERKING
Leg bij het braseren een natte doek op de isolatie van de unit (a) en laat de
temperatuur niet boven de 200°C gaan.
b
a
a BEV2-unit
b Leiding aan de kant van de BEV2-unit
c Isolatie op de unit
d Gebraseerde verbinding
e Lokale leiding
3 Isoleer de koelmiddelleiding op de BEV2-unit als volgt:
e
a
b
c
b
1
3
2
a Isolatiemateriaal (lokaal te voorzien)
b Kabelbinders (accessoire)
c Isolatie (accessoire)
d Gebraseerde verbinding
e Aansluiting koelmiddelleiding (bevestigd op de unit)
f Unit
1 Draai de naden van de isolatiedelen naar boven.
2 Bevestig ze aan de basis van de unit.
3 Maak de kabelbinder vast rond de isolatiedelen.
c
d
e
f
e
b
2
d
c
b
a
1
3
CO₂ Conveni-Pack: BEV2-unit
4P677928-1 – 2021.10
BEV2N-A