INSTALLATIE
4.3.2
Aarding
WAARSCHUWING
De aardleiding biedt alleen bescherming indien
de behuizing van de Mass Charger verbonden
is met de aarde, zoals de romp van het schip of
het chassis van het voertuig. Sluit de aardklem
(PE / GND) aan op de aarde.
LET OP!
Voor een veilige installatie is het noodzakelijk
om in de AC ingang van de Mass Charger een
aardlekschakelaar op te nemen.
4.3.3
DC-kabels
Houd de bekabeling tussen de lader en de accu's zo kort
mogelijk. Gebruik gekleurde accukabels. Als dit niet
mogelijk is, markeer dan de plus- en min-kabel met
gekleurde isolatietape: rood voor plus en zwart voor
minus. Gebruik de volgende draaddiameters:
Model Mass Charger
Mass 12/60-2 MB
Mass 12/80-2 MB
Mass 24/50-2 MB
Mass 24/75 MB
Mass 24/100 MB
Mass 3-24/100 MB
Mass 48/25 MB
Mass 48/50 MB
Aansluiting van de hoofdaccu:
1
Voer de kabels door de wartels van de Mass Charger.
2
Krimp de kabelogen op de kabel:
ring M6 voor 12/60-2, 12/80-2, 24/50-2 en 48/25;
ring M8 voor 24/75, 24/100, 48/50 en 3-24/100.
3
Sluit de kabels aan op de aansluitingen van de Mass
Charger. Let op de polariteit: plus op plus, minus op
minus.
4
Neem een geschikte zekering (laderzekering) op in de
positieve kabel. Als een DC verdeling met zekeringen
wordt gebruikt, is er geen extra zekering nodig.
5
Knip de kabels op lengte en krimp de kabelogen
eraan vast. Verbind de kabel met de DC verdeling of
de accu's.
LET OP!
De Mass Charger is niet beveiligd tegen het
verwisselen van de positieve pool en de
negatieve pool (ompolen van de accu).
Te dunne kabels en/ of losse verbindingen
kunnen gevaarlijke oververhitting van de kabels
en/ of aansluitblokken veroorzaken.
Zorg ervoor dat de positieve en de negatieve kabel zo
dicht
mogelijk
naast
elektromagnetische veld rondom de kabels zo klein
mogelijk te houden. Sluit de min-kabel direct op de
38
L <3 m
L 3-6 m
25 mm²
35 mm²
35 mm²
50 mm²
25 mm²
35 mm²
35 mm²
50 mm²
50 mm²
70 mm²
50 mm²
70 mm²
10 mm²
16 mm²
25 mm²
35 mm²
elkaar
liggen
om
Februari 2014 / Mass Charger 12/60-2; 12/80-2; 24/50-2; 24/75; 24/100; 48/25; 48/50; 3-24/100 / NL
minpool van de accu aan, of op de belastingzijde van een
eventueel aanwezige meetshunt. Gebruik nooit het
chassis of de scheepsromp als geleider voor de minpool.
4.4
ACCUCAPACITEIT
Volg altijd de instructies van de acculeverancier op. De
minimaal benodigde accucapaciteit voor Mastervolt gel-
batterijen is als volgt:
Model Mass Charger
Mass 12/60-2 MB
Mass 12/80-2 MB
Mass 24/50-2 MB
Mass 24/75 MB
Mass 24/100 MB
Mass 3-24/100 MB
Mass 48/25 MB
Mass 48/50 MB
4.5
LAADSTROOMVERDELER
Wanneer u met de hoofdaansluiting meerdere accubaken
tegelijkertijd wilt laden, dient u een laadstroomverdeler toe
te passen. Een laadstroomverdeler scheidt verschillende
accubanken van elkaar, om te voorkomen dat de ene
accubank de andere kan ontladen. De spanningsval van
0.6 Volt over de laadstroomverdeler moet gecompenseerd
worden. Dit kan op twee manieren worden ingesteld:
1
Door DIP-switch 4 op On te zetten (Diode aan);
2
Door middel van de spanningssense functie (zie
paragraaf 4.8;
LET OP!
Gebruik nooit beide manieren tegelijkertijd. Dit
leidt namelijk tot overladen en schade aan de
accu's!
Mastervolt
levert
www.mastervolt.com.
Raadpleeg voor de juiste installatie ook de installatie-
instructies van de Laadstroomverdeler
Stappen:
1
Controleer dat de Mass Charger, de netspanning en
de DC distributie zijn uitgeschakeld.
2
Controleer of de DC zekeringen zijn verwijderd.
3
Sluit de Battery Isolators aan. Gebruik hierbij kabels
met dezelfde diameter als de accukabels.
4
Compenseer de spanningsval over de Battery Isolator
met DIP Switch 4 (zie afbeelding 7).
5
Schakel de Mass Charger weer in.
het
Minimale Capaciteit
diverse
Laadstroomverdelers,
140Ah
200Ah
120 Ah
160 Ah
250 Ah
250 Ah
60 Ah
120 Ah
zie