NL
3
INSTALLATIE
3.1
Algemeen
De installatie dient door een bevoegd persoon te worden uitgevoerd.
Lees de aparte gebruiksaanwijzingen bij de verschillende modules die op de rijbrug
gemonteerd kunnen worden.
Voor de installatie van:
laskop A2SFE1/ A2 SGE1, zie gebruiksaanwijzing 0456 552 xxx
S
laskop A2SGF1, zie gebruiksaanwijzing 0449 002 xxx
S
lasstroombron LAF 635, zie gebruiksaanwijzing 0457 795 xxx
S
lasstroombron LAF 800, zie gebruiksaanwijzing 0449 014 xxx
S
lasstroombron LAF 1000, zie gebruiksaanwijzing 0456 512 xxx
S
lasstroombron TAF 800, zie gebruiksaanwijzing 0456 513 xxx
S
Spanningstoevoer
Verbreek de spanningstoevoer voor de installatie!
S
3.2
(De)montage
Onderstaande afbeelding laat zien hoe een A2--laskop, een laspoedercontainer, een
draadspoel of een glijschuif aan de rijbrug bevestigd moet worden.
1. Rijbrug
2. Laskop
3. Laspoeder-
container
4. Draadspoel
5. Glijschuif
6. Arm
Zorg dat alle bijbehorende modules goed vastzitten.
Losse onderdelen kunnen van de eenheid vallen en bij
het hijsen voor onbalans zorgen.
De maximaal toegestane belasting van de rijbrug is 220 kg.
Gebruik indien nodig een takelband om de verschillende
onderdelen omhoog te hijsen.
Maak gebruik van een hefinrichting bij het demonteren van de arm.
Bevestig de hefinrichting in de openingen (7) boven in de arm.
fob2i1ha
- - 80 - -