Beknopte installatiegids
00825-0111-4101, Rev EA
Juni 2010
Gebruik en onderhoud
Proefneming en inspectie
De volgende proeftesten worden aanbevolen. De resultaten van de proefneming
en de genomen corrigerende maatregelen moeten worden gedocumenteerd op
www.emersonprocess.com/rosemount/safety/certtechdocumentation.htm indien
er een fout wordt aangetroffen in het functioneren van de veiligheidsbewaking.
Gebruik "Tabel 1: Sneltoetsenreeks veldcommunicator" voor het uitvoeren van een
kringtest, een trim van de analoge uitgang, of een sensor-trim. Zie de naslaghandleiding
van de 2051 (00809-0100-4101) voor nadere inlichtingen.
Proefneming
Deze proefneming zal circa 99% van de DU-storingen detecteren die niet worden
gedetecteerd door de automatische diagnostiekfuncties van de 2051.
1. Voer een kringtest uit. Voer op de HART-host/-communicator de reeks
sneltoetsen 1, 2, 2 in.
a. Voer de milliampere-waarde in die een hoge alarmtoestand vertegenwoordigt.
b. Controleer met de referentiemeter of de mA-uitgang overeenkomt met de ingevoerde
waarde.
c. Voer de milliampere-waarde in die een lage alarmtoestand vertegenwoordigt.
d. Controleer met de referentiemeter of de mA-uitgang overeenkomt met de ingevoerde
waarde.
2. Voer een minimale tweepunts sensorkalibratiecontrole uit met behulp van 4–20 mA
bereikspunten als kalibratiepunten.
a. Kalibreer indien nodig met behulp van één van de "Trim"-procedures in de 2051
naslaghandleiding.
OPMERKING
De gebruiker bepaalt de proefnemingsvereisten voor impulsleidingen.
Visuele inspectie
Niet vereist.
Speciaal gereedschap
Niet vereist.
Productreparatie
Alle door de diagnostische functies van de transmitter of bij de proefneming gedetecteerde
storingen moeten worden gemeld. Feedback kan elektronisch worden ingediend op
www.emersonprocess.com/rosemount/safety/certtechdocumentation.htm.
De 2051 kan via hoofdonderdelenvervanging gerepareerd worden. Volg de instructies in de
2051 naslaghandleiding (documentnummer 00809-0100-4101) voor aanvullende informatie.
Rosemount 2051
15