Beknopte installatiegids
00825-0111-4101, Rev EA
Juni 2010
S
6: T
TAP
RIM DE TRANSMITTER
OPMERKING
Transmitters worden volledig gekalibreerd geleverd, volgens verzochte specificatie of vol-
gens de fabrieksinstelling van een volledige schaal (meetbreedte = bovenste meetgrens).
Nulpuntstrim
Een nulpuntstrim is een afstelling op één punt om te compenseren voor de effecten van de
montagestand. Let er bij het uitvoeren van een nulpuntstrim op dat de egalisatiekraan open
staat en alle natte benen tot het juiste niveau zijn gevuld.
U kunt op twee manier compenseren voor de effecten van montage:
• Veldcommunicator
• Knoppen voor nulpuntsinstelling van de transmitter
Selecteer de gewenste methode en volg onderstaande instructies.
Gebruik van de veldcommunicator
Als de nul-offset meer dan 3% van URL is, volg dan de instructies hieronder, "Gebruik van
de veldcommunicator". Deze nultrim is van invloed op de 4–20 mA-waarde, de HART PV en
de displaywaarde.
HART-sneltoetsen
1, 2, 3, 3, 2
Gebruik van de knoppen voor nulpuntsinstelling van de transmitter
Met behulp van de knoppen voor nulafstelling van de transmitter wordt de Lower Range Value
(LRV; minimum meetwaarde) ingesteld op de druk die op de transmitter wordt aangelegd.
Deze afstelling is alleen van invloed op de 4–20 mA-waarde. Volg de onderstaande stappen
om het bereik anders in te stellen met behulp van de knoppen voor nulpuntsinstelling.
1. Draai de schroef van het certificatielabel los en verschuif het label voor toegang tot de
knoppen voor nulpuntsinstelling. Zie Afbeelding 9.
2. Stel het 4 mA-punt in door de nul-knop twee seconden ingedrukt te houden. Controleer
of de uitgang 4 mA is. Op het optionele LCD-scherm wordt ZERO PASS weergegeven.
Afbeelding 9. Knoppen voor nulpuntsinstelling en meetbreedte
Meetbreedte
Stappen
1. Egaliseer of ontlucht de transmitter en sluit de Fieldbus veldcommunicator aan.
2. Voer in het menu de sneltoetsenreeks in.
3. Volg de aanwijzingen om een nulpuntstrim uit te voeren.
Rosemount 2051
Nulpunt
13