6 | Servicemenu
6.2
Menu cv-groep
In dit menu worden handmatig de instellingen voor de cv-groep
uitgevoerd.
OPMERKING:
Gevaar voor beschadiging van de afwerkvloer!
▶ Houd bij vloerverwarming de door de fabrikant aanbevolen
maximale aanvoertemperatuur aan.
Menupunt
Instelbereik: functiebeschrijving
Ontwerp-
30 ... 45 ... 60 °C (voorbeeld vloerverwar-
temp. (
)
ming): De aanvoertemperatuur die bij de mi-
nimale buitentemperatuur bereikt wordt
) 20 ... 25 °C ... Eindpunt (voorbeeld vloerver-
Voetpunt (
warming): Het voetpunt van de stooklijn ligt
bij ca. 25 °C
Eindpunt (
) Voetpunt ... 45 ... 60 °C (voorbeeld vloerver-
warming): De aanvoertemperatuur die bij de
minimale buitentemperatuur bereikt wordt
Aanvoer max. 30 ... 48 ... 60 °C (voorbeeld vloerverwar-
ming): Maximale aanvoertemperatuur
PID-gedrag
snel: Snelle regelkarakteristiek, bijv. bij klei-
ne hoeveelheid cv-water in heteluchtverwar-
ming
Gemiddeld: Gemiddelde regelkarakteristiek,
bijvoorbeeld bij radiatorverwarmingen
traag: Langzame regelkarakteristiek, bijvoor-
beeld bij vloerverwarmingen
Opt. pom-
AAN: De cv-pomp draait afhankelijk van de
ploop
aanvoertemperatuur zo min mogelijk
UIT: Wanneer in de installatie meer dan één
warmtebron of een bufferboiler is geïnstal-
leerd, dan moet deze functie zijn uitgescha-
keld.
Vorstbev.
UIT: Vorstbeveiliging uit
op buitentemp. (
(alleen met 2-
Ruimte-buiten (
draads-BUS/
afhankelijk van de hier gekozen temperatuur
EMS 2.0-BUS
geactiveerd of gedeactiveerd (
beschikbaar)
hoofdstuk 6.2.1)
Vorstdrempel 20 ... 5 ... 10 °C: hoofdstuk 6.2.1
Tabel 4
Instelling in het menu cv-groep
8
) | op ruimtetemp. |
): Vorstbeveiliging wordt
6.2.1 Drempeltemperatuur voor vorst (vorstbeveiliging
grenstemperatuur)
OPMERKING:
Beschadiging van cv-watertransporterende installatiede-
len bij te laag ingestelde drempeltemperatuur voor vorst en
kamertemperaturen onder 0 °C!
▶ De fabrieksinstelling voor de drempeltemperatuur voor
vorst (5 °C) mag alleen door een vakman worden gewijzigd.
▶ Stel de drempeltemperatuur niet te laag in.
Schade door een te laag ingestelde drempeltemperatuur
voor vorst is van de garantie uitgesloten!
▶ Zonder buitentemperatuursensor is geen veilige vorstbe-
veiliging van de installatie mogelijk.
De instelling op ruimtetemp. biedt geen absolute vorstbeveili-
ging, omdat bijvoorbeeld in gevels geïnstalleerde leidingen
kunnen bevriezen. Is een buitentemperatuursensor geïnstal-
leerd dan kan onafhankelijk van het ingestelde type regeling de
vorstbeveiliging van de gehele cv-installatie worden gewaar-
borgd:
▶ In het menu Vorstbev. ofwel op buitentemp. of Ruimte-
buiten instellen (
).
6.2.2 Instellen verwarmingsysteem en stooklijnen voor
de weersafhankelijke regeling
Geoptimaliseerde stooklijn
De geoptimaliseerde stooklijn (Type regeling: Buiten opti-
maal) is een naar boven gekromde curve, die is gebaseerd op
de exacte toekenning van de aanvoertemperatuur aan een bij-
behorende buitentemperatuur (
60
C
50
40
30
20
+20
+10
Afb. 9
Instelling van de stooklijn voor vloerverwarming
Stijging via ontwerptemperatuur T
buitentemperatuur T
ModuLine 2050 • 6720869153 (2017/05)
).
1
2
0
-10
T
A
0010005494-001
en minimale
AL
A,min
3
-20
C