3.2
Installatie
6 mm
6 mm
3,5 mm
Afb. 5
Montage van de sokkel
3.3
Elektrische aansluiting
De bedieningsunit wordt via de BUS-kabel met energie gevoed.
De polariteit van de aders is willekeurig.
Inbedrijfstelling van de installatie is niet mogelijk, wanneer de
maximale totale lengte van de BUS-verbindingen tussen alle
BUS-deelnemers wordt overschreden of in het BUS-systeem
sprake is van een ringsysteem.
Maximale totale lengte van de BUS-verbindingen:
2
•
50 m met 0,50 mm
aderdiameter
2
•
300 m met 1,50 mm
▶ Om inductieve beïnvloeding te vermijden: installeer alle
laagspanningskabels separaat van netspanning geleidende
kabels (minimale afstand 100 mm).
ModuLine 2050 • 6720869153 (2017/05)
3,5 mm
0 010 003 263-002
aderdiameter.
▶ Voer bij externe inductieve invloeden (bijvoorbeeld van het
fotovoltaïsch systeem) de kabel afgeschermd uit (bijvoor-
beeld LiYCY) en aardt de afscherming eenzijdig. Afscher-
ming op de huisaarde aansluiten, bijvoorbeeld op een vrije
afleiderklem of waterleiding.
▶ Maak de BUS-verbinding met de warmtebron.
BUS
Afb. 6
Aansluiting van de bedieningsunit op een warmte-
bron
1)
Klemidentificatie:
Bij warmtebronnen met BUS-systeem OpenTherm: OT
Bij warmtebronnen met BUS-systeem EMS 2.0: BUS
Bij warmtebronnen met 2-draads-BUS: BB
3.4
Aanbrengen of afnemen bedieningsunit
Aanbrengen bedieningsunit
1. Hang de bedieningsunit aan de bovenkant in.
2. Klik de bedieningsunit aan de onderkant vast.
1.
Afb. 7
Aanbrengen bedieningsunit
Installatie | 3
1)
BUS/
BB/OT
0010008722-001
1.
2.
6 720 809 984-06.1O
5