AccESSOIRES
De verwarming van de omgeving vindt plaats:
a) door straling: door middel van de panoramische ruit en de externe hete oppervlakken van het thermo-product wordt warmte aan de
omgeving afgegeven.
b) door geleiding: door middel van de radiatoren of de thermoconvectoren van het gecentraliseerde systeem gevoed door het door het
thermo-product gegenereerde warme water. (zie hoofdstuk BEPaLiNG vaN HEt tHERMisCHE vERMOGEN)
Het apparaat is voorzien van regelkleppen voor de primaire en secundaire lucht en een thermostaat, door middel waarvan de verbrandingslucht
geregeld wordt.
1A - Regelklep PRIMAIRE lucht / automatische tHERMOStAAt
De thermostaat heeft de functie de verbranding automatisch te verhogen of te verlagen.
afhankelijk van de gekozen positie zal de thermostaat handelen op de klep voor de luchttoevoer in de vuurhaard die zich op de achterkant
van het apparaat bevindt. Draai rechtsom van 0 naar 5 om het vuur te verhogen en linksom van 5 naar 0 om de verbranding te verminderen.
aangezien een hoge precisie voorziening betreft, wordt aanbevolen om voorzichtig te draaien en de knop nooit te forceren.
2A - Regelklep SEcUNDAIRE lucht
Rechts onder de deur van de vuurhaard bevindt zich de bedieningshendel van de secundaire lucht.
De secundaire lucht stroomt binnen de twee stijlen van de voorzijde, wordt verwarmt en start de dubbele verbranding, terwijl tegelijkertijd
de ruit schoon blijft (open regelklep). wanneer de hendel volledig is ingeschoven is de luchtdoorgang volledig geopend. voor een verbeterd
welzijn en goede zuurstoftoevoer in de ruimte kan de lucht rechtstreeks van buitenaf opgenomen worden. Hiervoor kan het product met
een verbindingsstuk kunnen aangesloten op de inlaat van externe lucht Ø 100mm (zie hoofdstuk LUCHttOEvOER iN DE RUiMtE vaN
iNstaLLatiE).
De regeling van de regelkleppen die noodzakelijk is voor het verkrijgen van het nominale verwarmingsvermogen is de volgende (zie
hoofdstuk NORMaLE wERKiNG):
Houtverbruik per uur in kg/h
4,8
Voor het aansteken van het vuur: volg de onderstaande aanwijzingen (zie hoofdstuk ONtstEKiNG):
• Open eventueel de vlinderklep op de afvoerpijp rookgassen.
• Plaats de knop van de thermostaat in de stand 5 (maximale opening).
• wacht na de ontsteking met behulp van kleine stukjes hout tot het vuur goed brandt en stel de thermostaat dan in op de stand die
overeenkomt met de gewenste warmte (0÷5).
• sluit eventueel de vlinderklep op de afvoerpijp rookgassen.
ROOKKANAAL
Essentiële vereisten voor een correcte werking van het apparaat:
• een interne doorsnede die bij voorkeur rond moet zijn;
• moet thermisch geïsoleerd en waterdicht zijn en vervaardigd met materiaal bestendig tegen hitte, de verbrandingsproducten en
eventuele condens;
• mag geen knelpunten hebben, moet verticaal zijn en mag niet meer dan 45° van de verticale richting afwijken;
• moet gereinigd worden indien reeds eerder gebruikt;
• alle delen van de rookgasleiding moeten inspecteerbaar zijn;
• voor inspectie moeten inspectie-openingen worden voorzien;
• moet voldoen aan de technische gegevens van de handleiding;
indien de rookkanalen een vierkante of rechthoekige doorsnede hebben moeten de interne hoeken worden afgerond met een straal van niet
minder dan 20 mm. voor de vierkante doorsnede moet de maximale verhouding tussen de wanden ≤ 1,5 zijn.
Een te kleine doorsnede veroorzaakt een verminderde trek. Een minimale hoogte van 4 m wordt aangeraden.
aangezien ze de goede werking van het apparaat aantasten is het VERBODEN gebruik te maken van: vezelcement, verzinkt staal, ruwe en
poreuze interne oppervlakken. Op
Neem voor een correcte installatie de afmetingen van de schoorsteen, zoals voorzien in de tabel tEcHNIScHE GEGEVENS, in acht. Voor
installaties met andere afmetingen moet de schoorsteen gedimensioneerd worden volgens de Norm EN13384-1.
De door uw rookkanaal gegenereerde trek moet voldoende maar niet overdreven zijn.
Een te grote doorsnede van het rookkanaal kan een te groot te verwarmen volume teweegbrengen en dus problemen van de werking van
het apparaat veroorzaken; om dit te voorkomen moet het rookkanaal over zijn gehele lengte gekanaliseerd worden. Een te kleine doorsnede
veroorzaakt een verminderde trek.
LEt OP: bij het aansluiten van het rookkanaal en voor wat betreft ontvlambare materiaal moeten de bepalingen van de norm
UNi10683 in acht genomen worden. Het rookkanaal moet op voldoende afstand geplaatst worden tot ontvlambare materiaal
of brandstoffen door middel van een geschikte isolatie of een isolerende luchtlaag.
Het is VERBODEN in het rookkanaal leidingen van systemen of luchttoevoerleidingen te laten lopen. Bovendien is het verboden
op het rookkanaal vaste of beweegbare openingen aan te brengen om er andere apparaten op aan te sluiten (zie hoofdstuk
aaNsLUitiNG OP HEt ROOKKaNaaL vaN EEN OPEN HaaRD OF vUURHaaRD).
12
POOK
staNDaaRD GELEvERD
6).
(Afbeelding
PRIMAIRE lucht
POsitiE 0
Afbeelding 1
worden enkele voorbeelden voor oplossingen getoond.
NEDERLANDS
HANDSCHOEN
staNDaaRD GELEvERD
(Afbeelding
6).
SEcUNDAIRE lucht
GEOPEND
RING Ø 100mm aansluiting lucht
staNDaaRD GELEvERD
tERtIAIRE lucht
vOORGEKaLiBREERD