Integratie in een FOUNDATION Fieldbus-netwerk
8.2
Integratie in het FOUNDATION Fieldbus-netwerk
• Voor meer gedetailleerde informatie over het integreren van het instrument in het FF-
systeem, zie de beschrijving voor de gebruikte configuratiesoftware.
• Waarborg bij het integreren van de veldinstrumenten in het FF-systeem, dat de juiste
bestanden worden gebruikt. U kunt de vereiste versie uitlezen via de
instrumentrevisie/DEV_REV en DD-revisie/ DD_REV parameters in het Resource
Block.
Het instrument wordt als volgt in het FF-netwerk geïntegreerd:
1.
Start het FF-configuratieprogramma.
2.
Download de CFF en de instrumentbeschrijvingsbestanden (*.ffo, *.sym (voor formaat
4) *ff5, *sy5 (voor formaat 5) in het systeem.
3.
Configureer de interface.
4.
Configureer het instrument voor de meettaak en voor het FF-systeem.
8.3
Instrumentidentificatie en adressering
FOUNDATION Fieldbus identificeert het instrument met de ID-code (Device ID) en kent deze
automatisch een geschikt veldadres toe. De identificatiecode kan niet worden veranderd. Het
instrument verschijnt op het netwerkdisplay nadat u het FF-configuratieprogramma heeft
gestart en het instrument in het netwerk heeft geïntegreerd. De beschikbare blokken worden
getoond onder de instrumentnaam.
Wanneer de instrumentbeschrijving nog niet is geladen, melden de blokken "Unknown" of
"(UNK)".
36
Levelflex FMP55 FOUNDATION Fieldbus
Endress+Hauser