TDMA CON-SOLARSTATION III
De installatiedruk tot op 5 bar verhogen: daarvoor eerst
KFE-kraan II sluiten. Wanneer 5 bar bereikt werd, KFE-
kraan I sluiten en de spoelpomp uitschakelen.
Kogelafsluiters in werkingspositie brengen:
Werkingspositie:
Vertrek
Collector-
terugloop
Kogelafsluiter V.
Kogelafsl. TL
OPEN
de pomp van het zonnestation enige tijd laten draaien
en op dichtheid testen (indien nodig, bij gesloten
ontluchtingsventielen).
CON-SOLARSTATION III
– ontluchter openen,
lucht afblazen, sluiten.
Installatiedruk instellen (naargelang het
veiligheidsventiel ca. 0,3 - 0,5 bar hoger dan de
voordruk van het expansievat – hiervoor altijd de
voordruk van het expansievat testen!).
automatische snelontluchter – in zoverre aanwezig – via
de kogelafsluiters afsluiten.
Met de schakelaar van de pomp het gewenste debiet
instellen. Een debiet dat iets hoger ligt dan het
normdebiet is aanvaardbaar.
Afb. 6: debietmeter
TOE
Terugslagklep
AUTO
(afstelschroef
horizontaal)
Afleeskant
debietindicatie
TE TESTEN:
Werkingspositie
[Terugslagklep TL: AUTO (afstelschroef horizontaal);
Kogelafsluiter V.: OPEN (=terugslagklep V. AUTO);
Kogelafsluiter TL: OPEN].
Vul/spoelkranen: TOE
De achterste isolatieschalen 4 en 5 links en rechts
inschuiven en de voorste isolatieschaal 3 erover
schuiven.
De zonneleidingen tot aan de isolatiebehuizing van het
CON-SOLARSTATION III dicht isoleren.
4 Werking, onderhoud
4.1 Fases
Ca. 1 tot 2 weken na inwerkingstelling:
Dichtheid testen
Ontluchten met de ontluchter van het CON-
SOLARSTATION III
Onderhoudsperiode: 1-2 jaar; „Overname- en
onderhoudsformulier" gebruiken.
4.2 Membraanexpansievaten
Jaarlijkse onderhoudsplicht: uitwendige controle op
schade en lekken, en testen van voordruk:
Expansievat ledigen en drukloos maken (scheiding van
de snelkoppeling).
Indien de voordruk niet overeenkomt met de op het
typeplaatje aangegeven waarde, moet hij op de
oorspronkelijke waarde teruggebracht worden.
4.3 Ontgassing
Bij elk onderhoud moet aan de geïntegreerde
luchtafscheider eventueel verzameld gas afgeblazen
worden.
4.4 Antivriesmiddel
Het antivriesmiddel regelmatig volgens de gegevens van
de fabrikant controleren en, indien nodig, vervangen.
5