Definieer of al dan niet de activiteitstijd moet worden ingesteld terwijl de uitschakelingsmodus actief is.
UITGESCH. ACTIV.
Optionele instellingen: NIET actief (standaard), JA – geen vertraging, JA + 5s vertraging, JA + 15s
vertraging, JA + 30s vertraging, JA + 1m vertraging, JA + 2m vertraging, JA + 5m vertraging, JA + 10m
vertraging, JA + 20m vertraging en JA + 60m vertraging.
Definieer de activiteit en het gevoeligheidsniveau van de PIR-anti-maskeringsfunctie.
ANTI MASK.
Optionele instellingen: LAGE gevoeligheid (standaard), HOGE gevoeligheid en uitgeschakeld.
Definieer of de anti-maskeringsfunctie van de microgolfsensor moet worden in- of uitgeschakeld.
MG ANTI MASK.
Optionele instellingen: uitgeschakeld (standaard) en ingeschakeld.
De maskeringsmodus wordt gebruikt om de beweging te detecteren van een indringer die zijn IR-straling
MASKERINGSMODUS
probeert af te schermen om detectie te vermijden. Definieer of u deze modus wilt in- of uitschakelen.
Optionele instellingen:
3. LOKALE DIAGNOSETEST
A. Verwijder de basis van de behuizing (zie Fig. 3).
B. Plaats de behuizing terug om de sabotageschakelaar in de normale (ongeactiveerde) stand te zetten en bevestig vervolgens het
voorpaneel op de basis met de schroef voor het afsluiten van de behuizing.
C. Op de TOWER-32AM PG2 wordt een stabiliteitsperiode van 2 min. geactiveerd. Gedurende deze tijd knippert de rode LED.
D. Voer een looptest uit in het dekkingsgebied - zie Fig. 4. Loop in beide richtingen tot aan het uiterste einde van het dekkingspatroon;
de rode LED licht op telkens wanneer uw beweging wordt gedetecteerd, gevolgd door 3 knipperingen van de LED.
In de volgende tabel wordt de ontvangen signaalsterkte aangegeven.
LED-respons
Groene LED knippert
Oranje LED knippert
Rode LED knippert
Geen knippering
Belangrijk! Een betrouwbare ontvangst moet zijn gewaarborgd. Daarom is een "zwak" signaal niet acceptabel. Als u een "zwak"
signaal van de melder ontvangt, verplaats deze dan en test opnieuw totdat een "goed" of "sterk" signaal wordt ontvangen.
Opmerking: Voor gedetailleerde instructies bij de diagnosetest raadpleegt u de installatiehandleiding van de centrale.
4. GEBEURTENISINDICATIES
Rode LED knippert
Rode LED AAN 0,2 sec.
Rood aan 2 sec.
Gele LED aan
Gele LED knippert langzaam (0,2 sec. AAN, 30 sec. UIT)
Gele en rode LED knipperen tegelijkertijd (0,2 sec. AAN [beide], 0,2 sec. UIT)
Gele en rode LED knipperen langzaam tegelijkertijd (0,2 sec. AAN [beide], 30 sec. UIT)
Groene LED knippert
Groene LED aan
5. SPECIALE OPMERKINGEN
Zelfs de meest geavanceerde systemen kunnen buiten werking worden gesteld of soms geen alarm doorgeven ten gevolge van:
gelijkstroomstoring/onjuiste aansluiting, afscherming van de lens met kwade bedoelingen, sabotage van het optische systeem,
verminderde gevoeligheid bij omgevingstemperaturen die dicht in de buurt van die van menselijke lichamen komen en onverwachte
storing aan een systeemcomponent.
De bovenstaande lijst bevat de meestvoorkomende redenen voor storingen bij de inbraakdetectie, maar is absoluut niet uitputtend. Het
wordt daarom aanbevolen de melder en het hele alarmsysteem wekelijks te controleren om een correct werking te waarborgen.
Een alarmsysteem mag niet als vervanging voor een verzekering worden beschouwd. Huis- en bedrijfseigenaren of -huurders moeten
voorzichtig genoeg zijn om hun leven en eigendommen te verzekeren, zelfs als zij beschermd worden door een alarmsysteem.
Het apparaat is getest en in overeenstemming bevonden met de beperkingen voor een digitaal apparaat van Klasse B, conform Deel 15
van de FCC-regels. Deze grenswaarden dienen om een redelijke bescherming te bieden tegen schadelijke storing in een particuliere
installatie. Door deze apparatuur wordt radiofrequentie-energie gegenereerd, gebruikt en mogelijk uitgestraald en indien niet
geïnstalleerd en gebruikt volgens de instructies, zou het schadelijke storing kunnen veroorzaken voor radiocommunicatie.
Er is echter geen garantie dat in een bepaalde installatie geen storing zal optreden. Mocht het apparaat storing in radio- of
televisieontvangst veroorzaken, wat kan worden vastgesteld wanneer de apparatuur uit en aan wordt gezet, dan kunt u met de volgende
maatregelen trachten de storing te verhelpen:
4
uitgeschakeld
Ontvangst
Sterk
Goed
Zwak
Geen communicatie
LED-indicaties
D-304404 TOWER-32AM PG2, TOWER-32AM K9 PG2 Installatie-instructies
(standaard) en ingeschakeld.
Stabilisatie (opwarming 120 sec)
Sabotageschakelaar in-/uitgeschakeld
Indringeralarm
AM-detectie – diagnosemodus
AM-detectie – normale modus
Mislukte zelftest – Diagnosemodus
Mislukte zelftest – Normale modus
PIR-detectie – Diagnosemodus
Microgolfdetectie – Diagnosemodus
Melding