Inhoudsopgave
Advertenties
1. Schuif op de aangegeven locatie de schroefafdekking omhoog met uw duim.
2. Draai de schroef los en open de behuizing in de richting van de pijl.
3. Steek een schroevendraaier in de sleuf en druk vervolgens naar binnen om de behuizing te verwijderen van de basis.
4. Stel het gewenste detectorbereik in.
5. Plaats de batterij. Let hierbij op de polariteit.
A. Montagehoogte
B. Dekkingsbereik
C. Uitbreeksegment basis (gearceerd)
D. Inleerknop (gebruik een schroevendraaier om de verzonken knop in te drukken)
E. Batterij
F. Sabotageschakelaar
LET OP! DE SABOTAGESCHAKELAAR AAN DE ACHTERZIJDE BIEDT GEEN BESCHERMING VOOR HET APPARAAT TENZIJ
HET UITBREEKSEGMENT VAN DE BASIS AAN DE WAND IS BEVESTIGD MET TEN MINSTE ÉÉN SCHROEF.
LET OP! EXPLOSIEGEVAAR ALS DE BATTERIJ DOOR EEN ONJUIST TYPE WORDT VERVANGEN. GEBRUIKTE BATTERIJEN
MOETEN OVEREENKOMSTIG DE INSTRUCTIES VAN DE FABRIKANT WORDEN WEGGEGOOID.
2.3. Inleren
Raadpleeg de installatiehandleiding voor de centrale van de PowerMaster en volg de procedure onder de optie
"02:ZONES/APPARATEN" in het installatiemenu. Het volgende stroomdiagram bevat een algemene beschrijving van de procedure.
Stap 1
Ga naar het
installatiemenu en
selecteer
"02:ZONES/APPARATEN"
02:ZONES/
APPARATEN
Stap 6
Ga naar PARTITIES.
Wijs partities toe aan de
melder door op de knoppen
Zie Opmerking 2
drukken
Z14:PARTITIES
betekent schuiven
en selecteren
Opmerkingen:
1. Als de melder al is ingeleerd, kunt u de melderparameters configureren en partities toewijzen via de optie "Wijzig apparaten" – zie
Stap 2.
2. PARTITIES worden alleen weergegeven als PARTITIES eerder is ingeschakeld in een centrale die de partitioneringsfunctie
ondersteunt. (Raadpleeg voor nadere details de sectie "Partities" in de installatiehandleiding voor de PowerMaster).
2.4. De melderparameters configureren
APPARAAT INSTELLINGEN
Ga naar het menu
beschreven in de volgende tabel.
Optie
Definieer of de indicatie van de alarm-LED al dan niet moet worden geactiveerd.
Alarm LED
Optionele instellingen: AAN (standaard) en UIT.
Definieer het detectiebereik van het microgolfkanaal.
RADAR BEREIK
Optionele instellingen:
Definieer of een alarm wordt geactiveerd na herhaalde beweging (lage gevoeligheid) of na één enkele
Pulsteller
alarmgebeurtenis (hoge gevoeligheid).
Optionele instellingen: LAGE gevoeligheid (standaard) en HOGE gevoeligheid.
D-304404 TOWER-32AM PG2, TOWER-32AM K9 PG2 Installatie-instructies
Stap 2
Selecteer "VOEG NIEUW
APPARAAT TOE"
Zie Opmerking 1
VOEG APP. TOE
WIJZIG APP.
Stap 7
,
en
op de centrale te
F02:P1 P2
P3
en volg de configuratie-instructies voor de TOWER-32AM PG2 PIR-melder, zoals
Maximaal
Figuur 3. Montage
Stap 3
Apparaat nu inleren of Geef
de ID code van het
apparaat in
NU INLEREN of
GEEF ID:XXX-XXXX
Stap 8
Selecteer de optie "APP.
INSTELLINGEN" en
raadpleeg de onderstaande
sectie voor het configureren
van de parameters van de
melder.
F02: APP.
INSTELLINGEN
Configuratie instructies
(standaard); Gemiddeld en Minimaal.
Stap 4
Selecteer het gewenste
Configureer de
meldernummer voor de
parameters Locatie,
nieuwe melder
Zone Type en
Deurbel
Z14.LOCATIE
Z14:Bew.melder
ID Nr. 123-XXXX
Z14.ZONE TYPE
Z14.DEURBEL
Stap 5
3
Advertenties
Inhoudsopgave
