10
Uitlaatdruk p
verminderen.
d
Inlaatdruk p
verminderen.
u
Wijzigen van de uitlaatdruk p
1.
p
2.
d
p
u
▷ In de fabriek wordt de uitlaatdruk p
veerhuis ingesteld. Wordt de VGBF met liggend
veerhuis ingebouwd, moet de uitlaatdruk p
controleerd en opnieuw ingesteld worden.
▷ Meetpunten op het apparaat uitsluitend voor
metingen bij nuldoorstroming of zeer lage door-
stroomcapaciteit gebruiken.
1
3
4
6 mm
- +
5 Ingestelde waarde van de uitlaatdruk p
op het typeplaatje noteren.
Functie controleren
Op de brander verschillende capaciteiten opvra-
gen, om de doorstroming te veranderen.
De kogelkraan aan de ingang een beetje sluiten,
om de inlaatdruk p
u
▷ Bij een wisselende doorstroming en inlaatdruk p
(binnen het vermogensbereik van de VGBF) moet
de uitlaatdruk p
constant blijven (± 10 – 15%).
d
Het vermogen tot het minimum reduceren en de
klep achter de VGBF afsluiten.
▷ Ca. 30 sec. na het sluiten van de klep mag de
uitlaatdruk p
niet wezenlijk stijgen.
d
Tijdens het bedrijf de dichtheid op de VGBF contro-
leren, om eventuele lekkages door uitgehard rubber
te vinden.
4
6 Mocht er een lek worden vastgesteld, het rubber
vervangen.
11
d
bij staand
d
d
2
0
p
d
duidelijk
d
te veranderen.
5
▷ Onderdelen kiezen:
zie www.adlatus.org, Part Detective.
7 Vervolgens weer op lekkage controleren.
Veer vervangen
Afhankelijk van de uitlaatdruk de passende veer
kiezen (zie pagina 6 (Veertabel)).
Afdekkap verwijderen.
WAARSCHUWING
Verwondingsgevaar!
–
Bij het openen van het veerhuis kan de ge-
spannen veer eruit springen. Daarom voor het
openen de veer tot aan de aanslag ontspan-
ge-
nen. Vervolgens 5x terugdraaien om het veren
spankracht te ontlasten.
3
6 mm
6
VGBF 5 – 50
9 Veren tegenlager iets omlaag draaien.
10
Ervoor zorgen, dat de geleidingssleuven en
dwarsstukken in elkaar grijpen.
VGBF 65 – 50
u
9 Veren tegenlager iets omlaag draaien.
10
Ervoor zorgen, dat geleidingssleuf en cilinder in
elkaar grijpen.
VGBF 5 – 50
13
NL-4
4
5
5x
7
8
11
11
14
- +
0
p
d
6 mm