Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Machine Verplaatsen Zonder Sleepvoertuig; Informatie Over Slepen - Genie TZ-50 Bedieningshandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor TZ-50:
Inhoudsopgave

Advertenties

Derde uitgave • Derde druk
Machine verplaatsen zonder
sleepvoertuig
Probeer een machine niet handmatig te
verplaatsen, tenzij de machine zich op een
stevige, horizontale ondergrond bevindt. Gebruik
de parkeerrem om de snelheid van de machine te
regelen terwijl deze wordt geduwd.
Slepen
1 Activeer de parkeerrem.
2 Zet de arm vast met de vergrendelingen.
3 Modellen met platformrotatie: Zorg ervoor
dat het platform in de middelste stand staat.
Als het platform uit het midden staat, zijn de
achterlichten niet altijd zichtbaar onderweg.
4 Breng de dissel omhoog door aan de slinger
van de schroefspindel te draaien.
5 Plaats de kogel van het transportvoertuig recht
onder de kogelkoppeling.
6 Maak de vergrendeling op de kogelkoppeling
open.
7 Breng de dissel omlaag door aan de slinger
van de schroefspindel te draaien.
8 Sluit de vergrendeling op de kogelkoppeling.
9 Bevestig de veiligheidskettingen (indien nodig)
en de remkabels aan het voertuig. Kruis de
kettingen onder de trekhaakkoppeling.
10 Trek aan de krikontgrendeling en roteer de
disselkrik naar de transportstand.
11 Sluit de aanhangwagenverlichting aan en
test deze.
12 Zet de parkeerrem vrij.

Informatie over slepen

Het rijden met een aanhangwagencombinatie
is anders dan alleen met een voertuig. Lees de
volgende instructies zorgvuldig.
Gebruik voorafgaand aan het slepen en
onderweg de controlelijst op de achterkant van
deze handleiding. Inspecteer bij elke stop alle
aansluitingen.
Onderdeelnr. 133555DU
Bedieningsinstructies
Alle banden moeten goed zijn opgepompt. De
aanbevolen bandenspanning bij koude banden
staat op de bandwang of op een sticker op de
aanhangwagen. Pomp de banden niet te hard op.
Tijdens het rijden loopt de bandenspanning op.
Als de bandenspanning bij warme banden wordt
gecontroleerd, is de aangegeven waarde op de
drukmeter niet juist.
Vergroot de afstand tussen uw voertuig en het
voertuig dat voor u rijdt tot twee keer de normale
tussenafstand als u een aanhangwagen sleept.
Zorg onder slechte weersomstandigheden voor
een nog grotere tussenafstand.
Verminder snelheid en schakel terug naar een
lagere versnelling voor afdalingen.
Verminder snelheid voor bochten, gevaarlijke
wegomstandigheden, afritten op snelwegen en in
slechte weersomstandigheden.
Zorg ervoor dat er bij het inhalen van andere
voertuigen voldoende ruimte overblijft voor de
extra lengte van de aanhangwagen. U dient het
gepasseerde voertuig veel verder voorbij te rijden
voordat u weer kunt invoegen.
Als u met de aanhangwagen een bocht
neemt, maak dan geen schokkerige of abrupte
bewegingen.
Krachtige wind, te hoge snelheden, schuivende
ladingen of inhalende voertuigen kunnen de
aanhangwagen tijdens het rijden laten slingeren.
Als dit gebeurt, rem dan niet, verhoog de
snelheid niet en draai ook niet aan het stuur.
Wanneer u aan het stuur draait of remt, kan de
aanhangwagencombinatie scharen. Laat het
gaspedaal los en houd het stuur recht.
Als het voertuig en/of de aanhangwagen van het
verharde wegdek geraakt, moet u het stuur stevig
vasthouden en het gaspedaal loslaten. Trap niet
op het rempedaal. Maak geen scherpe bochten.
Verlaag uw snelheid tot minder dan 40 km/u.
Draai daarna geleidelijk aan het stuurwiel om het
voertuig weer op de weg te krijgen. Ga voorzichtig
te werk bij het invoegen.
Genie TZ-50
Bedieningshandleiding
39

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave