Bedieningshandleiding
Inspecties
47 Trek de rode noodstopknop op het platform uit
naar de stand 'aan'.
Armfuncties en functieinschakeling testen
48 Druk niet een functie-inschakelknop in. Probeer
elke armfunctie te activeren.
Resultaat: Geen enkele armfunctie mag in
werking treden.
49 Houd de blauwe functie-inschakelknop
ingedrukt. Activeer elke armfunctieknop.
Resultaat: De functies 'primaire arm op',
'primaire arm uitschuiven', 'secundaire arm op',
'platformnivellering op' en 'draaitafelrotatie naar
rechts' dienen allemaal in werking te treden.
50 Houd de gele functie-inschakelknop ingedrukt.
Activeer elke armfunctieknop.
Resultaat: De functies 'primaire arm neer',
'primaire arm inschuiven', 'secundaire
arm neer', 'platformnivellering neer' en
'draaitafelrotatie naar links' dienen allemaal in
werking te treden.
Aandrijf en remsysteem testen
(indien aanwezig)
ANSI, CSA en Australische modellen: Voer
deze test uit vanuit het platform of vanaf de
grond met de rijbedieningskast die zich naast het
platform bevindt.
CEmodellen: Voer deze test uit vanaf de
grond met de rijbedieningskast die naast de
grondbediening is gemonteerd.
Opmerking: Verwijder bij bediening van het
rijbedieningssysteem vanaf de grond de
rijbedieningskast uit de bevestiging en ga uit
de weg van de machine. Zorg voor een veilige
afstand tussen de bediener, de machine en vaste
objecten.
51 Schuif het platform volledig in en laat het
platform neer.
28
52 Activeer de rij-wielen handmatig door de rij-
wielhendel aan beide zijden van de machine
naar het wiel toe te trekken.
53 Zet de parkeerrem op de dissel vrij.
54 ANSI, CSA en Australische modellen:
Houd de blauwe functie-inschakelknop
ingedrukt op de rijbedieningskast die naast de
platformbediening is gemonteerd en breng de
stempels omhoog.
CEmodellen: Houd de blauwe functie-
inschakelknop ingedrukt op de grondbediening
en breng de stempels omhoog.
55 Druk de functie-inschakelknop op de rij-joystick
in en houd deze ingedrukt.
56 Verplaats de rij-joystick langzaam in de richting
die wordt aangegeven door een van de blauwe
pijlen tot de machine gaat rijden en zet de
joystick vervolgens weer in de middelste stand.
Resultaat: De machine dient zich te verplaatsen
in de richting waarin de blauwe pijl wijst en
vervolgens abrupt te stoppen.
57 Herhaal deze procedure voor elke blauwe pijl.
58 Verplaats de rij-joystick langzaam in de richting
die wordt aangegeven door een van de gele
pijlen tot de machine gaat rijden en zet de
joystick vervolgens weer in de middelste stand.
Resultaat: De machine dient zich te verplaatsen
in de richting waarin de gele pijl wijst en
vervolgens abrupt te stoppen.
59 Herhaal deze procedure voor elke gele pijl.
Opmerking: De remmen moeten in staat zijn om
de machine tegen te houden op elke helling die
door de machine kan worden genomen.
Genie TZ-50
Derde uitgave • Derde druk
Onderdeelnr. 133555DU