• Als u de installatie of vervanging wilt voltooien, gaat u naar 'Het vervangen van de onderdelen voltooien'
op pagina 69.
Een geheugenmodule vervangen
Attentie: Open uw computer niet of probeer geen reparatie voordat u de 'Lees dit eerst: belangrijke
veiligheidsinformatie' op pagina iii hebt gelezen en begrepen.
Opmerking: Zorg dat u de geheugenmodules in de installatievolgorde installeert. Geheugencompartiment
1 en geheugencompartiment 2 geven de installatievolgorde aan. Zie 'Onderdelen op de systeemplaat'
op pagina 5.
U vervangt een geheugenmodule als volgt:
1. Verwijder alle media uit de stations en schakel alle aangesloten apparatuur uit en zet vervolgens de
computer uit. Haal vervolgens alle stekkers uit het stopcontact en ontkoppel alle kabels die op de
computer zijn aangesloten.
2. Verwijder de computersteun. Zie 'De computersteun vervangen' op pagina 56.
3. Verwijder de kap van de computer. Zie 'De kap van de computer verwijderen' op pagina 60.
4. Verwijder de systeemplaatbescherming. Zie 'De systeemplaatbescherming vervangen' op pagina 64.
5. Kijk waar de geheugenmodule zich bevindt. Zie 'Componenten van de computer' op pagina 3.
6. Open de klemmetjes en verwijder voorzichtig de geheugenmodule uit het geheugencompartiment.
Figuur 31. Een geheugenmodule verwijderen
7. Houd de nieuwe geheugenmodule boven het geheugencompartiment. Zorg dat de inkeping
geheugenmodule zich recht boven het nokje
geheugenmodule voorzichtig naar beneden tot de klemmetjes vastklikken.
Figuur 32. Geheugenmodule installeren
2
in de aansluiting op de systeemplaat bevindt. Duw de
.
Hoofdstuk 7
1
Hardware installeren en vervangen
in de
65