Microflex Wireless
Command Strings
Command Strings
®
Het Microflex Wireless-apparaat is via ethernet verbonden aan een besturingssysteem, bijvoorbeeld
•
AMX, Crestron of Extron
•
Symetrix, Biamp, andere digitale signaalprocessoren (DSP)
•
Gespecialiseerde aangepaste programma's
Verbinding: Ethernet (TCP/IP; selecteer 'Client' in het programma AMX/Crestron)
Poort: 2202
Conventies
Er zijn 4 soorten strings:
GET
SET
REP
SAMPLE
Alle verzonden en ontvangen berichten zijn van het type ASCII. De indicatoren voor niveau en versterking zijn ook van het type
ASCII.
De meeste parameters zullen een REPORT commando sturen, waarna ze veranderen. Het is dus niet nodig om constant de
batterij- of knopstatusparameters op te vragen. De APT stuurt een REPORT commando wanneer een van deze parameters
verandert. Bijna alle commando's worden heen en weer gestuurd naar de APT. De APT stuurt deze commando's dan door naar
de microfoons. Dus moeten voor controle simpelweg de commando's naar het IP-adres worden gestuurd dat bij de APT hoort.
Het teken 'x' staat in alle opvolgende strings voor het kanaal en kan ASCII-nummers 0 tot en met 8 zijn, zoals in de volgende
tabel.
0
1 tot en met 8
Vindt de status van een eigenschap. Nadat de AMX/Crestron een GET-commando heeft ver-
zonden, retourneert het systeem een REPORT-string.
Verandert de status van een eigenschap. Nadat de AMX/Crestron een SET-commando heeft
verzonden, retourneert het systeem een REPORT-string om de nieuwe waarde van de ei-
genschap aan te geven.
Wanneer het systeem een GET- of SET-commando ontvangt, antwoordt het met een RE-
PORT-commando om de status van de eigenschap aan te geven.
Belangrijk: Met uitzondering van de gemeten eigenschappen stuurt het apparaat een RE-
PORT wanneer een waarde verandert. Het is dus niet nodig om de meeste eigenschappen
van het apparaat voortdurend te raadplegen.
Hiermee worden audioniveaus gemeten.
Alle kanalen
Afzonderlijke kanalen
Shure Incorporated
3/19