16-DEFECTEN/OORZAKEN/OPLOSSINGEN
AANDACHT:
Alle reparaties dienen uitsluitend uitgevoerd te worden door een gespecialiseerd technicus wanneer het toestel
uitgeschakeld is en de stekker uit het stopcontact getrokken is.
STORING
De pellets worden niet in
de
verbrandingskamer
gevoerd.
Het vuur gaat uit of het
toestel valt automatisch
stil.
Het toestel werkt enkele
minuten en wordt dan
uitgeschakeld.
De pellets hopen zich op in
de vuurpot, de ruit van de
deur wordt vuil en de vlam
is zwak.
56
MOGELIJKE OORZAKEN
Het pelletreservoir is leeg
De toevoerschroef is geblokkeerd door
zaagsel
Reductiemotor defect
Elektronische kaart defect
Het pelletreservoir is leeg
De pellets worden niet aangevoerd
Inwerkingtreding van de veiligheidssonde
van de pellettemperatuur
De deur is niet perfect gesloten of de
pakkingen zijn versleten
Ongeschikte pellets
Geringe toevoer van pellets
Verbrandingskamer vuil
Afvoer verstopt
Motor van de rookafzuiging beschadigd
Drukschakelaar defect of kapot
De inschakelfase is niet beëindigd
Tijdelijke onderbreking van de elektrische
energie
Rookgaskanaal verstopt
Temperatuursondes defect of stuk
Bougie beschadigd
Onvoldoende verbrandingslucht.
Vochtige of ongeschikte pellets.
Motor aanzuiging rookgassen defect.
OPLOSSINGEN
Vul het pelletreservoir.
Maak het reservoir leeg en deblokkeer de
toevoerschroef door het zaagsel weg te nemen.
Vervang de reductiemotor.
Vervang de elektronische kaart.
Vul het pelletreservoir.
Zie de vorige storing.
Laat het product afkoelen, stel de thermostaat
opnieuw in tot de blokkering opgeheven wordt
en schakel het product opnieuw in. Neem contact
op met de technische assistentie als het probleem
niet verdwijnt.
Sluit de deur en vervang de pakkingen door
originele pakkingen.
Vervang het type pellets door een soort die door de
fabrikant wordt aanbevolen.
Laat de toevoer van brandstof controleren volgens
de instructies in de handleiding.
Reinig de verbrandingskamer volgens de
instructies in deze handleiding.
Reinig het rookkanaal.
Controleer en vervang eventueel de motor.
Drukregelaar vervangen.
Herhaal de inschakelfase.
Wacht tot de automatische herstart plaatsvindt.
Reinig het rookgaskanaal.
Controleer en vervang de sondes.
Controleer en vervang eventueel de bougie.
Reinig de vuurpot en controleer of alle gaten
open zijn. Verricht een algemene reiniging van de
verbrandingskamer en het rookkanaal. Controleren
of de luchtinlaat niet verstopt is.
Gebruik een ander type pellet.
Controleer en vervang eventueel de motor.