▪
Gebruik altijd uw beide handen wanneer de heggenschaar met twee handgrepen uitgerust
is.
▪
Maak u altijd vertrouwd met de omgeving en let op mogelijke gevaren die u niet kunt
horen door het lawaai dat de heggenschaar maakt.
▪
Hou het snoer weg van het werkgebied. Tijdens het werken kan het snoer in de struiken
verborgen raken en per ongeluk door de messen worden doorgesneden.
▪
Hou alle lichaamsdelen weg van de messen. Verwijder geen afgesneden materiaal noch
hou materiaal dat nog moet gesneden worden vast wanneer de messen bewegen. Zorg
ervoor dat de schakelaar uit staat wanneer u vastgelopen materiaal verwijdert. Een klein
moment van onoplettendheid tijdens het werken met de heggenschaar kan tot ernstige
verwondingen leiden.
▪
Kinderen mogen de heggenschaar nooit gebruiken.
▪
Wanneer de heggenschaar voor onderhoud, inspectie of opbergen uit dienst wordt
genomen, schakel dan de motor uit, haal de stekker uit het stopcontact of verwijder de
batterij en verzeker uzelf er volledig van dat alle onderdelen tot stilstand zijn gekomen.
Laat de machine afkoelen voordat u ze controleert, afregelt, enz.
▪
Draag de heggenschaar met stilstaande messen aan zijn handgreep. Monteer altijd de
beschermkap wanneer u de heggenschaar transporteert of opbergt. Een correcte omgang
met de heggenschaar zal het gevaar voor verwondingen door de messen verkleinen.
6.3
Kettingzaag
▪
Gebruik de kettingzaag NIET met 1 hand! Bediening met 1 hand kan leiden tot ernstige
verwondingen bij de gebruiker, helpers, omstaanders of enig andere combinatie van deze
personen. Een kettingzaag is ontworpen om met beide handen bediend te worden.
▪
Gebruik een kettingzaag NIET als u moe bent of onder invloed verkeert van drugs, alcohol
of medicijnen.
▪
Gebruik veiligheidsschoeisel, nauwsluitende kledij, beschermde handschoenen en
bescherming voor de ogen, oren en het hoofd.
▪
Laat GEEN andere personen in de nabijheid toe tijdens het starten of het werken met de
kettingzaag. Hou omstaanders en dieren weg uit het werkgebied.
▪
Begin NIET met zagen vóór u een proper werkgebied hebt, over een stabiele houding
beschikt en een vluchtpad weg van de vallende boom heeft gepland.
▪
Hou al uw lichaamsdelen weg van de zaagketting als de motor draait.
▪
Zorg ervoor dat de ketting niets raakt vóór u de motor start.
▪
Draag de kettingzaag met een uitgeschakelde motor, het zwaard en de zaagketting
achterwaarts gericht en de geluidsdemper weg van uw lichaam.
▪
Gebruik GEEN ketting die beschadigd, slecht afgeregeld of onvolledig en losjes is
gemonteerd. Zorg ervoor dat de zaagketting stilstaat wanneer de gashendel wordt
losgelaten.
▪
Zet de motor af voor u de kettingzaag neerzet.
▪
Wees bijzonder voorzichtig bij het zagen van kleine struiken en boomscheuten omdat dun
materiaal door de zaagketting kan gegrepen worden en in uw richting kan geslingerd
worden of u uit balans kan brengen.
▪
Wees bij het zagen van een boomtak onder spanning voorbereid op terugveren zodat u
niet geraakt wordt als de spanning in de houtvezels wegvalt.
▪
Hou de handgrepen droog, proper en vrij van olie of benzinemengsel.
▪
Gebruik de kettingzaag enkel in goed verluchte omgevingen.
▪
Gebruik de kettingzaag NIET in een boom tenzij u daar speciaal voor werd opgeleid.
▪
Alle herstellingen die niet in de veiligheidshandleiding of in de onderhoudsinstructies
worden vermeld moeten uitgevoerd worden door erkende herstellers van kettingzagen.
▪
Gebruik bij het vervoeren van uw kettingzaag de juiste zwaardbeschermer.
▪
Gebruik uw kettingzaag NIET in de buurt van brandbare vloeistoffen of gassen zowel
binnenshuis als in de openlucht. Dit kan tot een explosie en/of brand leiden.
Copyright © 2021 VARO
POWDPG7553
P a g i n a
| 9
NL
www.varo.com