Inhoudsopgave
Advertenties
Inhoud
Aansluitingen
o Volume bij aanzetten
Definieer de volume-instelling die actief is wanneer de netspanning
wordt ingeschakeld.
Laatste
Gebruik de opgeslagen instelling van de
(Standaard) :
laatste sessie.
Mute:
Gebruik altijd de status dempen aan.
1 – 98
Het volume wordt aangepast aan het
ingestelde niveau.
(–79.5 dB – 18.0 dB) :
Dit kan worden ingesteld wanneer "Volumeniveau" is ingesteld op "Variabel".
(v blz. 247)
o Dempingsniveau
Stel de verzwakking in wanneer demping is ingeschakeld.
Volledig
Het geluid wordt volledig uitgeschakeld.
(Standaard) :
–40 dB :
Het geluid wordt verzwakt met 40 dB.
-20 dB :
Het geluid wordt verzwakt met 20 dB.
Voorpaneel
Display
Weergave
Instellingen
Zone herbenoemen
Verander de schermtitel van iedere zone in een titel van uw voorkeur.
MAIN ZONE / ZONE2 / ZONE3
Stand. inst.:
U kunt maximaal 10 tekens invoeren.
Ga naar "Het toetsenbordscherm gebruiken" (v blz. 174) voor het invoeren van
tekens.
Smart Select namen
Verander de Smart Select-naam die op het TV-scherm wordt getoond als
gewenst.
Smart Select 1 / Smart Select 2 / Smart Select 3 / Smart Select 4
Stand. inst.:
U kunt maximaal 16 tekens invoeren.
Ga naar "Het toetsenbordscherm gebruiken" (v blz. 174) voor het invoeren van
tekens.
Achterpaneel
248
Afstandsbediening
Tips
De standaardinstelling wordt hersteld voor de bewerkte
zonenaam.
De standaardinstelling wordt hersteld voor de veranderde
Smart Select-naam.
Index
Appendix
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
