Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Alke AL-8 Series Installatiehandleiding pagina 7

Inhoudsopgave

Advertenties

4.
Gasvoorziening
Algemeen
Een erkend installateur moet het gastoevoersysteem installeren in overeenstemming met de lokale regels en
wetten. Controleer eerst of de lokale gastoevoersituatie en de elektrische voeding in overeenstemming zijn met
de informatie op het typeplaatje van de straler. Het gas moet schoon zijn. Installeer een gasfilter en een
condensaatopvang vóór de stralers voor het geval het gas vuil, nat of olieachtig is. Er wordt geen garantie
gegeven op stralers die gas gebruiken dat niet schoon is.
Monteer altijd een (makkelijk bereikbare) gaskraan aan het einde van de gasleiding. Hierdoor is het mogelijk
om de straler verwijderen voor onderhoud of vervanging. Zie de technische tabel voor gegevens die nodig zijn
om de afmetingen van de gasleiding te berekenen.
De schroef van de drukmeetnippel op de gasbeveiliging is gevoelig voor beschadiging. Gebruik een goed
passende schroevendraaier (nummer 3).
Gastoevoer uit een gasleiding
Als het gas uit een hoofdgasleiding naar de stralers wordt geleverd, dan moet een erkend installateur de
gasleidingen installeren. Gebruik om problemen te voorkomen gegalvaniseerde of koperen buizen voor de
gasleiding. Maak eerst een berekening om de capaciteit van het hele systeem en de diameters van de leidingen
te bepalen. Gebruik de algemeen beschikbare berekeningsmethoden zoals beschreven in de installatienormen
voor gasleidingen.
Gasslang (in combinatie met een hoofdgasleiding)
Volgens de norm EN419 moet de aansluiting van de gasstraler op de gasleiding gebeuren door middel van een
gasslang met een lengte van minimaal 0,5m tot maximaal 2,0m. Deze gasslang moet gemaakt zijn van roestvrij
staal en goedgekeurd zijn volgens EN14800, of een vergelijkbare norm die is aangewezen door de lokale
autoriteiten.
Gastoevoer uit een gasfles
Gas naar de straler kan ook worden geleverd vanuit LPG-gasflessen. De minimaal aanbevolen maat is een
gasfles van 11 kg of groter. Controleer of de aansluitingen van de gasdrukregelaar en de kraan op de gasfles
van hetzelfde type zijn en of de capaciteit voldoende is om de stralers te voorzien van genoeg gas. Controleer
ook of de locatie van de gasfles tijdens gebruik een veilige locatie is en voldoet aan de lokale regels. Raadpleeg
de technische tabel voor het maximale gasverbruik en gasdruk.
Bewaar de gasflessen altijd op grondniveau op een goed geventileerde plaats, bij voorkeur buiten de ruimte
waar de straler hangt. Indien de gasfles in een cilinderopslag wordt geplaatst, dan moet er voldoende ventilatie
aanwezig zijn zoals weergegeven in de geldende voorschriften of normen. Blokkeer deze ventilatieopeningen
nooit. Gasflessen mogen alleen rechtop worden gebruikt en moeten beveiligd zijn tegen omvallen tijdens
gebruik. Gascilinders die op hun kant liggen, geven vloeibaar gas af. Dit is erg gevaarlijk en geeft een vuurbal
wanneer het gas de stralers bereikt. De gaskraan op de fles moet altijd gemakkelijk bereikbaar zijn om in geval
van nood de gastoevoer af te sluiten. Vervang gasflessen op een veilige manier.
Gasslang (in combinatie met een gasfles)
Een gasslang moet regelmatig worden geïnspecteerd en moet binnen de voorgeschreven intervallen worden
vervangen. Controleer de slang elke keer dat de gasfles wordt vervangen, maar ten minste één keer per maand.
Vermijd verdraaiing, torsie of spanning van de gasslang want deze verkorten de levensduur van de gasslang.
Controleer tijdens de inspectie de slang op schade, splijten, veroudering en barsten. Besteed speciale aandacht
aan de verbindingen. Houdt de slangen schoon van vuil, vocht en stof.
Sommige regio's hebben voorschriften dat gasslangen elke 2 of 3 jaar moeten worden vervangen. Vraag dit na
bij de gasleverancier. Het is raadzaam om de slang om de 3 jaar te vervangen als er in uw regio hiervoor geen
regelgeving is. Gebruik altijd officiële gasslangen. Vervang een gasslang altijd door een type van dezelfde
lengte, binnendiameter en gelijkwaardige kwaliteit. Voor de veiligheid: gebruik nooit luchtslangen of
waterslangen. Deze slangen zijn niet geschikt voor gastransport en zullen snel lekken!
De gasslang moet altijd met behulp van een schroefverbinding of met slangklemmen op de straler worden
aangesloten. Geen gebruik van slangklemmen aan beide uiteinden van de gasslang is gevaarlijk. Gasslangen
mogen nooit wordt verwarmd boven 40 graden Celsius.
Version 1: December 2020
7
manual: 0009 0250NL-JLF

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Al-10 seriesAl-12 series

Inhoudsopgave