• Inspecteer de stenen van de brander zorgvuldig op beschadigingen, scheuren en gaten en of ze nog steeds
correct zijn gemonteerd. Gebruik lagedruk perslucht om de branderstenen te reinigen. Reinig eerst de
branderstenen met lucht van de voorkant door het gaas. Reinig vervolgens de binnenkant van de brander
met lucht via de venturi (14). Gebruik geen perslucht boven 2 bar omdat hogere druk de branderstenen
beschadigt. Reinig de branderstenen nooit met water.
• Controleer de gasinspuiter op verstopping. Verwijder vervuiling door het weg te borstelen en gebruik een
pen of boor om het inspuitergat te reinigen. Zorg ervoor dat het gat niet groter wordt door een pen of boor
te gebruiken die groter is dan de maat die op de zijkant van de injector is gestempeld.
• Reinig de gasbeveiliging (4, 5, 6, 7) en de inspuiter met perslucht. Zorg ervoor dat de druk van de perslucht
minder is dan 0,5 bar. Anders worden de rubberen afdichtingen in de gasbeveiliging beschadigd.
• Controleer de toestand van de thermokoppelpunt (15). Vervang deze als de punt is ingebrand om later
onnodig uitschakelen te voorkomen. Zie hieronder voor informatie voor de locatie van het thermokoppel.
• Controleer de staat van de bougie (18); geen scheuren in het keramiek en een vonkafstand van 3-4 mm.
Controleer of de metalen vonkpen en aardingspen nog steeds een hoek van 15 graden maken direct boven
het keramiek en niet buigen naar grotere hoeken. Maak de pennen met schuurpapier schoon wanneer deze
gecorrodeerd zijn.
• Reinig het ontstekingsunit en controleer de aansluiting van de ontstekingsdraad op goed contact en
waterdichtheid. Controleer of de ontstekingsdraad niet beschadigd is en geen scheuren heeft.
• Controleer alle gasvoerende delen en aansluitingen op gasdichtheid met lekdetectievloeistof of zeepwater
volgens de procedure in de normen die van toepassing zijn op de lokale installatiesituatie. Gebruik nooit een
vlam voor controle op de dichtheid!
• Controleer bij gebruik van een gasslang deze zorgvuldig op scheuren, slijtage en andere tekenen van
beschadiging of wijziging. Vervang deze ook wanneer de maximale levensduur die op de slang is gedrukt,
of de maximale toegestane levensduur volgens lokale regels, verstreken is.
• Na onderhoud de straler in bedrijf nemen en zorgvuldig controleren bij de eerste ontsteking, opwarmen en
doven.
Zorg ervoor dat er geen stof, spinnen enz. in de straler kunnen komen als de straler lange tijd moeten worden
opgeslagen. Gebruik de kartonnen verpakking om de straler op te bergen, of een plastic zak als de doos niet
meer beschikbaar is, en sluit deze zorgvuldig.
Verbruiksonderdelen
Thermokoppels (15) en de magneeteenheid (3) in de gasbeveiliging zijn de belangrijkste onderdelen die tijdens
de normale levensduur mogelijk moeten worden vervangen. Zie de onderdelenlijst voor meer informatie.
Vervanging van de magneeteenheid
• Schroef de thermokoppelverlenging (8) bij de gasbeveiliging (4, 5, 6 of 7) los met behulp van steeksleutel 8.
• Draai de moer voor aansluiting van het thermokoppel (of thermokoppelverlenging) op de gasbeveiliging (4,
5, 6 of 7) los met behulp van steeksleutel 17.
• Verwijder de kapotte magneeteenheid (3) en vervang deze door een nieuwe.
• Plaats de moer voor aansluiting van het thermokoppel (of thermokoppelverlenging) terug met behulp van
steeksleutel 17 en draai deze voorzichtig aan (stevig maar niet overdreven) om gaslekkage te voorkomen.
• Monteer de thermokoppelverlenging (8) op de gasbeveiliging (4, 5, 6, 7) met behulp van steeksleutel 8.
• Controleer de gasbeveiliging zorgvuldig op gaslekkage voordat u hem weer in gebruik neemt.
Vervanging van het thermokoppel
• Verwijder het thermokoppel (15) bij de connector van de ontstekingsunit (2) door de moer M8 van het
thermokoppel los te draaien met behulp van steeksleutel 8.
• Draai de moeren M8x1 (2x) aan de punt van het thermokoppel los met behulp van steeksleutel 13 en
verwijder het thermokoppel van de reflector.
• Plaats het nieuwe thermokoppel op de positie zoals aangegeven in de onderstaande tekeningen. Draai moer
M8x1 (2x) vast om het thermokoppel op zijn plaats vast te zetten.
• Buig het nieuwe thermokoppel in dezelfde vorm als het oude en schroef de thermokoppelmoer M8 in de
connector van de ontstekingsunit (2). Eerst handvast en daarna nog eens 1/6 slag.
Vervanging van de gasinjectieset / luchtrestrictor
• Koppel het toestel los van de gasleiding en neem de elektrische stekker (1) los van het
ontstekingsmechanisme (2) (en ook de elektrische stekker (9) van de spoel (10) bij de S-modellen).
• Draai het thermokoppel los van het ontstekingsunit (2) en trek de bougiekabel (17) los van het
ontstekingsunit (2).
Version 1: December 2020
11
manual: 0009 0250NL-JLF