[Settings] > [Picture]
[Picture Adjust]
[Brightness]
[Auto Brightness]
[Contrast]
[Sharpness]
[Brightness Stabilization]
[SUPER RESOLUTION+]
30
Stel de helderheid van het scherm in.
OPMERKING
•
Druk op de knop om te wisselen tussen [Turn on 'Brightness Stabilization']/[Turn off 'Brightness Stabilization'].
•
Wanneer [Brightness Stabilization] aan is, is de instelfunctie [Brightness] uitgeschakeld.
•
Wanneer [Brightness Stabilization] aan is, worden de functies [SMART ENERGY SAVING] en [DFC] uitgeschakeld.
•
Wanneer [Picture Mode] is ingesteld als [DICOM], of [Gamma] is ingesteld als instelling [DICOM Gamma Curve], is de aanpassingsfunctie [Brightness]
gedeactiveerd.
•
Als [Picture Mode] is ingesteld op [DICOM(Custom)], wordt de aanpassingsfunctie [Brightness] geactiveerd.
Optimaliseert automatisch de helderheid aan de hand van de omgevingsverlichting.
Hiermee wordt het kleurcontrast van het scherm aangepast.
Hiermee stelt u de scherpte van het scherm in.
Hiermee wordt de van het scherm geconfigureerde helderheid gehandhaafd.
Aan
Past automatisch de helderheid aan.
Uit
Schakelt de betreffende functie uit waarna de gebruiker de helderheid kan instellen.
[High]
Hiermee optimaliseert u het scherm voor kristalheldere beelden.
[Middle]
Hiermee optimaliseert u het scherm voor kijkcomfort, met beelden in het midden tussen de lage en hoge modi.
[Low]
Hiermee optimaliseert u het scherm voor vloeiende en natuurlijke beelden.
[Off]
Voor weergave in de meest gebruikelijke instelling. Hiermee schakelt u [SUPER RESOLUTION+] uit.
OPMERKING
•
Omdat dit een functie is waarmee u de scherpte van afbeeldingen met lage resolutie kunt verhogen, wordt het niet aanbevolen om de functie voor
normale tekst- of bureabladpictogrammen te gebruiken. Als u dit wel doet, kan dit een onnodige scherpte tot gevolg hebben.
Beschrijving