VLT 2800 Snelgids
Nr.
01-03
12
18-33
20, 55
42
46
1
50
53
60
67
1
68, 69
1
70
1
1. De klemmen kunnen niet voor DeviceNet/CANopen worden gebruikt. Zie de DeviceNet-hand-
leiding MG.90.Bx.yy voor meer informatie.
Zie parameter 323
Nr.
1.4.9 Aarding
Bij installatie moeten de volgende punten in acht worden genomen:
•
Veiligheidsaarding: De frequentieomvormer heeft een hoge lekstroom en moet om vei-
ligheidsredenen op de juiste wijze worden geaard. Volg alle lokale veiligheidsvoorschrif-
ten op.
•
Hoogfrequente aarding Houd de aardverbindingen zo kort mogelijk.
Sluit alle aardingssystemen aan om ervoor te zorgen dat de geleiderweerstand zo laag mogelijk
is. De laagst mogelijke geleiderweerstand wordt verkregen door de geleider zo kort mogelijk te
houden en het grootste beschikbare oppervlak te benutten voor aarding. Als meerdere omvormers
in één kast worden geïnstalleerd, moet de achterplaat (vervaardigd uit staal) van de kast als een
gemeenschappelijke aardplaat worden gebruikt. De omvormers moeten met de laagst mogelijke
impedantie op de achterplaat worden gemonteerd.
Bevestig de omvormer op de achterplaat met behulp van de bevestigingsbouten van de omvormer
om zo een lage impedantie te verkrijgen. De achterplaat moet volledig ongelakt zijn.
Functie
De relaisuitgangen 01-03 zijn te gebruiken voor statussen en alarmen/waarschu-
wingen.
24 V DC-voedingsspanning.
Digitale ingangen.
Gemeenschappelijk frame voor in- en uitgangsklemmen.
Analoge uitgang voor het weergeven van frequentie, referentie, stroom of koppel.
Digitale uitgang voor het weergeven van status, waarschuwingen of alarmen, of
voor gebruik als frequentie-uitgang.
+10 V DC-voedingsspanning naar potentiometer en thermistor.
Analoge spanningsingang 0-10 V DC.
Analoge stroomingang 0/4-20 mA.
+5 V DC-voedingsspanning naar Profibus.
RS 485, seriële communicatie.
Frame voor klem 67, 68 en 69. Gewoonlijk wordt deze klem niet gebruikt.
Relaisuitgang
voor het programmeren van de relaisuitgang.
01
-
02
1-2 maak (NO)
01
-
03
1-3 verbreek (NC)
NB!
De kabelmantel van het relais moet de eerste rij stuurkaartklemmen bedekken – als
dit niet het geval is, kan de galvanische scheiding (PELV) niet worden gehandhaafd.
Max. diameter van de kabel: 4 mm.
MG.28.M1.10 – VLT
®
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
1 Snelgids
1
13