MAT-8000
4. emc InpuT
De volumeregeling van de EMC-ingang past het uitgang-
sniveau van de EMC vocale meldingen aan. Brandalarm,
alert, EVAC en EMC hebben dezelfde prioriteit.
5. exTensIon lInk (DB37-connecTor)
De connectors van de extensielink maken het mogelijk
8-zone matrixsystemen met elkaar te verbinden om een
groter systeem te vormen. Er kunnen max. vier 8-zone
matrixsystemen met elkaar verbonden worden om een
32-zone systeem te vormen.
De matrix kan verbonden worden met een DB37-kabel.
Hierdoor kunnen de lijnbronnen 1-8 , de MIC1 ingang, de
oproepconsoles 1 en 2 , en de communicatiedata van het
masterapparaat gemeenschappelijk gemaakt worden aan
alle slaveapparaten die met het systeem verbonden zijn.
6. remoTe source
Op elke zone kan een lijnniveaubron aangesloten wor-
den. De ingangsconnector van de bron op afstand wordt
hieronder getoond.
Deze kan gebruikt worden als u geen lokale wandmixer
wilt gebruiken. Dit kan bijvoorbeeld een radiomicrofoon
zijn.
Om deze ingang via de bedieningstoetsen op het voor-
paneel te selecteren, kiest u "L". Deze ingang kan niet in
andere zones verspreid worden.
Het bronniveau van de lokale zone heeft drie instellingen:
a. Versterkingregeling voor de lokale broningang achter-
aan op de matrix.
b. Muziekniveauregeling op het voorpaneel van de matrix
of op de wandbediening op afstand.
c. Masterniveauregeling op het voor-
paneel van de matrix.
Opmerking: Het ingangssignaal is in-
gesteld op 300mV-1.1v/10 K Ohm.
8
7. remoTe conTrol InpuT
Op elk van de acht zones kan een bedieningspaneel op
afstand aangesloten worden. Met dit bedieningspaneel
op afstand kunnen de bron en het volume op afstand be-
diend worden. Elke zone heeft haar eigen RJ45-ingangs-
connector waarmee het bedieningspaneel op afstand kan
aangesloten worden om elke zone te bedienen.
Dit zijn de lokale bronaansluitingen:
1. Een wandpaneel op afstand kan aangesloten worden
op de matrix, waarbij slechts één wandbedieningseen-
heid op afstand per zone kan aangesloten worden.
2. Het bedieningspaneel op afstand kan geselecteerd wor-
den vanaf het systeem. De selecteerbare bronnen zijn
L (lokaal) en de bronlijnen 1 tot 8.
De RJ45-pinnen zijn als volgt
toegewezen
1. RS485 B
2. RS485 A
3. GND
4. 24V (OUT)
5. GND
6. + 24V (OUT)
7. SPARE
8. SPARE
8. pAge
De oproep-uitgangsvolumeregeling per
zone past het uitgangsniveau van de oproepen aan voor
de zone. Elke zone heeft een oproep-uitgangsvolume-
regeling waarmee het oproepniveau van elke zone
afzonderlijk kan ingesteld worden.
9. lf BAss
Dient om de LF basniveauregeling van
de zone-uitgang te regelen.
Deze niveauregeling past de 100 Hz
audiofrequentie aan met ± 10dB.
Elke zone heeft een LF basniveaurege-
ling waarmee de lage tonen los van de ander zones kan
ingesteld worden.
10. ouTpuT
Elke zone heeft een AUDIO OUTPUT-
connector; deze dient aangesloten te
worden op de audioversterker voor de
audiozone in kwestie.
De audio-uitgangsaansluitingen per
zone zijn als volgt gelabeld: