MAT-8000
5. mIc1 prIorITy-knop
De MIC1 prioriteitsknop (5) activeert/deactiveert de MIC1
prioritaire oproepfunctie. Als deze functie geactiveerd is
heeft MIC1 voorrang op de zones 1 tot 8 en op alle lokale
ingangen bij aanwezigheid van een signaal op de MIC1
ingang. Als deze functie gedeactiveerd is, zal MIC1 indien
vereist gemend worden met de lijnen 1 tot 8 en de lokale
ingangen. Deze microfooningang is bedoeld om algemeen
voorrang te verlenen op alle andere ingangen als de
functie geactiveerd is via het voorpaneel.
De MIC1 prioriteitsinstelling wordt niet bewaard wan-
neer de MAT-8000 uitgeschakeld wordt; als het apparaat
opnieuw aangeschakeld wordt keert het terug naar de
standaardinstelling.
De MIC1 prioriteitsfunctie is standaard ingesteld op
gedeactiveerd.
6. muzIekVolume
De muziekvolumeknop (6) regelt het ingangsniveau van
de geselecteerde bron (zones 1-8 en lokale ingang). Als
het systeem gebruikt wordt met bedieningspanelen op
afstand, is de muziekvolumeknop gedeactiveerd. Het vo-
lumeniveau van de muziek van de bron kan enkel op het
bedieningspaneel op afstand geregeld worden voor zones
waarop een bedieningspaneel op afstand aangesloten is.
7. mAsTerVolume
De knop voor de regeling van het mastervolume (7)
regelt tegelijk het volumeniveau van MIC1 en van de
bronuitgang, als de MIC1 ingang geactiveerd is voor een
zone. De knop voor de regeling van het mastervolume
regelt niet het volumeniveau van de oproepconsole of
van de Lijn 8 broningang als de prioriteitsfunctie van
de Lijn 8 broningang geactiveerd is. Deze functie werd,
indien vereist, ontworpen als een algemene achtergrond-
muziekingang.
8. mIc1 Volume
De volumeregelaar voor MIC1 (8) regelt het
ingangsniveau van MIC1 als deze algemene microfoon
geconfigureerd werd om binnen de zone te werken.
9. zone selecT
De zonekeuzeknop (9) dient om een van de 8 zones te
selecteren die dienen gemonitord te worden. Als u op de
zonekeuzeknop drukt, doorloopt het systeem alle zones
in volgorde: 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 en OFF.
Een zone kan geselecteerd worden door op de zonekeu-
zeknop te drukken. Van zodra op het display de gewenste
zone afgebeeld wordt drukt u op ENTER om te bevestigen
en over te schakelen op de geselecteerde zone.
6
opmerking:
De zender verandert pas nadat u op ENTER hebt gedrukt;
anders keert de bronkeuze na 10 seconden terug naar de
vorige instelling.
De monitorzonefunctie maakt het mogelijk de audio-
uitgang van een zone te monitoren via een kleine luid-
spreker op het voorpaneel. Dit is bijzonder handig bij de
audioregeling in een zone op afstand of bij het testen van
het systeem.
10. leD-DIsplAy monITor
Op het eencijferige led-display voor de monitorzone (10)
wordt het nummer van de geselecteerde zone afgebeeld,
1-8.
11. monITor zone ouTpuT leVel
De uitgangsniveaumeter met 5 leds voor de monitorzone
(11) geeft een visuele indicatie van het audiosignaal-
niveau voor een geselecteerde zone.
12. monITorVolume
De volumeregelaar voor de monitor (12) regelt het
volumeniveau van de ingebouwde monitorluidspreker.
13. esc
De ESC knop (13) dient om de selectie van de bron-
keuze, monitorzonekeuze en achtergrondmuziekfunctie
te annuleren.
14. enTer
De ENTER knop (14) dient om de selectie van de
bronkeuze, monitorzonekeuze en achtergrondmuziek-
functie te bevestigen.
15. Bgm All
De knop BGM ALL (15) dient om dezelfde bron te selec-
teren voor alle 8 zones tegelijkertijd. Om de selectie BGM
ALL te bevestigen, drukt u op ENTER.
opmerking:
De selectie van BGM ALL wordt pas bevestigd nadat u op
ENTER gedrukt hebt; anders keert de bronselectie na 10
seconden terug naar de vorige instelling. Bij een stroom-
onderbreking worden de BGM ALL-instellingen bewaard
en keert het apparaat terug naar de eerder ingestelde
BGM ALL-instelling wanneer het opnieuw aangeschakeld
wordt.