7
Alarm ingeschakeld
9
Buitentemperatuuralarm inge-
schakeld
11
Sensorsymbool
13
Vochtigheid buitenshuis
15
Informatie over 'voelt als' tempe-
ratuur, gevoelstemperatuur,
dauwpunt en warmte-index
17
Windsnelheid
19
Windsnelheidsalarm ingescha-
keld
21
Vochtigheid binnen
23
Binnentemperatuur
9 Voor de ingebruikname
INSTRUCTIE
Vermijd verbindingsfouten!
Om verbindingsproblemen tussen de apparaten te voorko-
men, moeten bij de ingebruikname de volgende punten in
acht worden genomen.
1.
2.
3.
4.
5.
14 / 32
Plaats het basisstation (ontvanger) en de sensor (zen-
der) zo dicht mogelijk bij elkaar.
Sluit de voedingseenheid aan op het basisstation en
wacht tot de binnentemperatuur wordt weergegeven.
Zorg voor de voeding van de sensor.
Instellen/bedienen van het basisstation en de sensor
binnen het effectieve zendbereik.
Zorg ervoor dat het basisstation en de radiosensor op
hetzelfde kanaal zijn ingesteld.
8
Ontvangstsymbool voor buiten-
sensor
10
Buitentemperatuur
12
Buitenvochtigheidsalarm inge-
schakeld
14
Weersverwachting
16
Type windsnelheid (Avg=gemid-
deld, Windvlaag=stroomstoot)
18
Topwindsnelheid (uurlijks, dage-
lijks, maandelijks, jaarlijks)
20
Windsnelheidsclassificatie (licht,
matig, sterk, storm)
22
Vochtigheidsalarm binnenshuis
ingeschakeld
24
Binnentemperatuuralarm inge-
schakeld