Inbedrijfname en bediening
9.3
Configureren niveaumeting via bedieningssoftware
28
Configuratieparameters voor niveaumeting in vloeistof
R
Referentiepunt van de meting
D
Afstand
L
Niveau
E
Leeginregeling (= nulpunt)
F
Inregeling vol (= bereik)
BD Blokafstand
9.3.1
Via SmartBlue
1.
Ga naar: Setup → Afstandseenheid
Kies de afstandseenheid voor de afstandsberekening
2.
Ga naar: Setup → Leeginregeling
Specificeer de leegafstand E in (afstand van referentiepunt R tot het minimum
niveau)
3.
Ga naar: Setup → Inregeling vol
Specificeer de volafstand F (bereik: max. niveau - min. niveau)
4.
Ga naar: Setup → Afstand
Toont de afstand D die momenteel wordt gemeten vanaf het referentiepunt
(onderrand flens/laatste spoed van de sensor) tot het niveau
5.
Ga naar: Setup → Bevestig afstand
Vergelijk de getoonde afstand met de werkelijke waarde om te beginnen met de
registratie van de stoorecho-onderdrukking
6.
Ga naar: Setup → Map eindpunt
Deze parameter definieert de afstand tot welke de nieuwe onderdrukkingscurve
moet worden opgenomen
36
R
BD
D
E
F
L
Micropilot FMR20 Modbus RS485
100%
0%
Endress+Hauser
A0028417