Denk eraan speciale regels die van toepassing zijn in uw land op te volgen,
en denk eraan het toestel uit te schakelen als het gebruik verboden is of als
dit storing of gevaar kan veroorzaken. Gebruik het toestel alleen in de
normale houdingen. Bij normaal gebruik voldoet dit toestel aan de
richtlijnen voor RF-blootstelling (hoogfrequente signalen). Het mag geen
metaal bevatten en u dient het toestel op de hierboven genoemde afstand
van uw lichaam houden. Om databestanden of berichten te kunnen
overdragen, heeft het toestel een kwalitatief goede verbinding met het
netwerk nodig. In sommige gevallen kan de overdracht van databestanden
of berichten worden vertraagd totdat zo'n verbinding beschikbaar is. Zorg
dat de bovenstaande scheidingsafstand in acht wordt genomen totdat de
overdracht voltooid is. Onderdelen van het toestel zijn magnetisch. Metalen
onderdelen kunnen worden aangetrokken tot het toestel, en mensen met
hoorhulpmiddelen mogen het toestel niet bij het oor met hoorhulpmiddel
houden. Plaats geen creditcards of andere magnetische opslagmedia in de
buurt van het toestel, omdat de informatie die ze bevatten kan worden
gewist.
Medische apparatuur
Het gebruik van apparatuur dat radiosignalen uitzendt, zoals mobiele
telefoons, kan storing veroorzaken op onvoldoende afgeschermde
medische apparatuur. Raadpleeg een arts of fabrikant van het medische
apparaat om te bepalen of deze adequaat zijn afgeschermd tegen RF-
energie of voor eventuele andere vragen. Schakel het toestel uit in
zorginstellingen als borden in deze instellingen u opdragen dit te doen.
Ziekenhuizen of zorginstellingen kunnen gebruik maken van apparatuur
die gevoelig is voor externe rf-signalen.
Pacemakers. Fabrikanten van pacemakers geven de aanbeveling altijd
een afstand van minstens 15,3 centimeter (6 inch) in acht te nemen tussen
draadloze toestellen en een pacemaker om storing op de pacemaker te
vermijden. Deze aanbevelingen zijn consistent met onafhankelijk
onderzoek door en aanbevelingen van Wireless Technology Research.
Personen met pacemakers moeten de volgende instructies opvolgen:
•
Houd het toestel altijd minstens 15,3 centimeter (6 inch) van de
pacemaker verwijderd.
•
Draag het toestel nooit in de buurt van uw pacemaker als het toestel is
ingeschakeld.
Mocht u storing vermoeden, schakel het toestel dan uit en verwijder
het.
29