8
Geef met het toetsenblok een naam voor het faxapparaat op en druk vervolgens op
te slaan. Zie Tekens invoeren op pagina 52 voor meer informatie.
Opmerking:
•
•
9
Druk op Stop om terug te keren naar de melding Gereed.
Tekens invoeren
Gebruik het alfanumerieke toetsenblok om een naam voor een faxtaak of de station-ID op te geven.
Druk herhaaldelijk op de betreffende toets totdat het gewenste teken op het display wordt
weergegeven.
Opmerking:
•
•
Toets
Tekens
1
1 @
2
A B C a b c 2
3
D E F d e f 3
4
G H I g h i 4
5
J K L j k l 5
6
M N O m n o 6
7
P Q R S p q r s 7
8
T U V t u v 8
9
W X Y Z w x y z 9
0
0 . / + - + : ; ? ! < > ( ) [ ]
De naam van het faxapparaat mag niet langer zijn dan 20 tekens.
De MFP ondersteunt geen double-byte tekens voor namen, zoals Chinese,
Japanse of Koreaanse tekens. Deze talen zijn ongeschikt voor het invoeren
van een naam.
Druk op
om een spatie toe te voegen.
Druk op
om een spatie terug te gaan.
Faxinstellingen aanpassen
52
om op