6
Druk op
.
7
Druk herhaaldelijk op
8
Druk op
.
9
Voer het nummer in waarnaar u een fax wilt doorsturen.
10
Druk op
.
Faxactiviteitenrapporten afdrukken
1
Druk op Faxen op het bedieningspaneel.
2
Druk op Menu.
3
Druk herhaaldelijk op
4
Druk op
.
5
Druk herhaaldelijk op
6
Druk op
.
Faxinstellingen aanpassen
Snelkoppelingen instellen
U kunt maximaal 99 snelkoppelingen opgeven om het verzenden van faxen gemakkelijker te maken.
1
Druk op Faxen op het bedieningspaneel.
2
Druk op Telefoon/Faxboek.
3
Druk herhaaldelijk op
4
Druk op
.
Toevoegen wordt op het display weergegeven.
5
Druk op
.
6
Geef het snelkoppelingsnummer (1-99) op en druk vervolgens op
Opmerking:
•
•
of
totdat Doorstur. of Drst & Afdr is geselecteerd.
of
totdat RAPPORTEN is geselecteerd.
of
totdat Kieslog faxnrs of Faxtaaklog is geselecteerd.
of
totdat Bewerken is geselecteerd.
Snelkoppelingen hoeven niet op volgorde te worden ingevoerd.
Snelkoppelingen 1–10 kunnen worden gebruikt via de snelkeuzeknoppen.
Zie De snelkeuzeknoppen gebruiken op pagina 50 voor meer informatie.
Faxactiviteitenrapporten afdrukken
49
.