Inhoud
Aansluitingen
WEP Key (Network Key)
Dit is sleutelinformatie voor het coderen van gegevens voor overdracht.
Op dit toestel wordt voor het coderen en decoderen van de gegevens
dezelfde WEP-sleutel gebruikt zodat beide toestellen over dezelfde WEP-
sleutel moeten beschikken om de verbinding tot stand te kunnen brengen.
Wi-Fi
®
Wi-Fi-certificatie duidt op het zijn getest en geschikt bevonden door de Wi-
Fi Alliance, een groep die de geschiktheid van draadloze
netwerkapparaten garandeert.
WPA (Wi-Fi Protected Access)
Dit is een door de Wi-Fi Alliantie vastgestelde beveiligingsstandaard.
Naast de conventionele SSID (netwerknaam) en WEP-sleutel
(netwerksleutel) wordt een functie voor gebruikersidentificatie en een
encryptieprotocol gebruikt om de veiligheid te vergroten.
WPA2 (Wi-Fi Protected Access 2)
Dit is een nieuwere versie van de door de Wi-Fi Alliantie vastgestelde
WPA die compatibel is met de veiligere AES-encryptie.
Voorpaneel
Display
Weergave
Instellingen
WPA-PSK/WPA2-PSK (Pre-shared Key)
Dit is een eenvoudig authenticatieprotocol voor onderlinge authenticatie
wanneer een vooraf gekozen tekenreeksen op het toegangspunt van het
draadloze LAN en de cliënt met elkaar overeenkomen.
WPS (Wi-Fi Protected Setup)
Dit is een door de Wi-Fi Alliance opgestelde standaard om het instellen
van draadloze LAN-verbindingen te vergemakkelijken en om de
beveiliging te configureren.
Netwerknamen (SSID: Service Set Identifier)
Wanneer draadloze LAN-netwerken worden gevormd, worden groepen
gevormd om storing, gegevensdiefstal enz. te voorkomen. Deze groepen
zijn gebaseerd op "SSID (netwerknamen)". Voor een verbeterde
beveiliging wordt een WEP-sleutel ingesteld zodat communicatie niet
beschikbaar is, tenzij zowel "SSID" als de WEP-sleutel overeenkomen. Dit
is geschikt voor het opbouwen van een vereenvoudigd netwerk.
332
Achterpaneel
Afstandsbediening
Tips
Appendix
Index