G
Maak de interfacedoos vast op de interfacedooshouder
en maak de kabel vast met de kabelklem.
Controleer of de bovenkant en onderkant van de interfacedoos
correct zijn voordat u deze vastmaakt.
20
H
Sluit aan op de specifieke controller (BO-IC400N) of het
smart-apparaat. Wanneer u een oortelefoonmicrofoon
gebruikt, sluit u deze aan op de oortelefoonaansluiting
op de interfacedoos.
USB Type-C
Wanneer u een oortelefoonmicrofoon gebruikt, wijzigt u de au-
dio-uitgangsinstelling in de specifieke app (MOVERIO Link/MOVE-
RIO Link Pro) vóór gebruik.
De headset dragen