Bedieningshandleiding
Veiligheidssensor
Toebehoren: Y-adapter BNS-Y-11
1
S21
AES
2
S22
SRB
3
S13
4
S14
Toebehoren: Y-adapter BNS-Y-02
1
S21
AES
3
S11
SRB
2
S22
4
S12
BNS 36-11Z
BNS 33-11Z
1 2 3 4
1
2
3
4
BNS-Y-11
BNS 36-02Z
BNS 260-02z
1 2 3 4
1
3
2
4
BNS-Y-02
5. Gebruik en onderhoud
5.1 Functietest
De veiligheidsfunctie van de veiligheidssensor moet getest worden.
Hierbij moet vooraf het volgende gegarandeerd zijn:
1. Bevestiging van veiligheidssensor en bediensleutel.
2. Juiste bevestiging en goede conditie van de voedingskabel.
3. het systeem is vrij van vuil en vreemde onderdelen
(vooral metaalspanen).
5.2 Onderhoud
Bij een correcte installatie en doelmatig gebruik vereist
de veiligheidssensor geen onderhoud.
Wij raden een regelmatige visuele inspectie en functietest aan, inclusief
de volgende stappen:
• Schakelkussen met veiligheidsfunctie
• Bevestiging van de bediensleutel en de veiligheidssensor controleren.
• Eventueel aanwezige metaalspanen verwijderen.
• Voedingskabel op eventuele beschadigingen controleren.
Beschadigde of defecte componenten moeten onmiddellijk ver-
vangen worden.
6. Demontage en afvalverwijdering
6.1 Demontage
De veiligheidssensor mag uitsluitend in spanningsloze toestand gede-
monteerd worden.
6.2 Afvalverwijdering
De veiligheidssensor moet op een correcte manier volgens de geldende
nationale voorschriften en wetgevingen afgevoerd worden.
NL
BNS 36
5