Bedieningshandleiding
Veiligheidssensor
2.5 Veiligheidsclassificatie
Normen:
B
(NC/NO contact):
10d
Gebruiksduur:
B
10d
n
MTTF
op
d
0,1 x n
op
(Vermeldingen kunnen variëren afhankelijk van de toepassings-
specifieke parameters h
, d
en t
op
op
Een individuele schakelaar kan in een architectuur van
categorie 3 of 4 tot PL e gebruikt worden.
3. Montage
3.1 Algemene montage-instructies
• M ontage uitsluitend toegelaten in spanningsloze toestand.
• D e veiligheidssensor en de bediensleutel mogen niet als aanslag
gebruikt worden.
• D e montagepositie van de veiligheidssensor is willekeurig, maar de
bedieningsvlakken moeten tegenover elkaar staan.
• B evestig de veiligheidssensor en de bedienmagneet onlosmakelijk
aan de beschermvoorziening.
• B evestig de veiligheidssensor uitsluitend op vlakke oppervlakken, om
ongewenste spanningen die de sensor kunnen beschadigen of de
uiterste schakelafstanden veranderen, te vermijden.
• D e veiligheidssensor en de bediensleutel mogen niet in sterke magne-
tische velden geïnstalleerd worden.
• I ndien mogelijk, de veiligheidssensor niet op ferromagnetisch materi-
aal aanbrengen. Een niet-magnetisch tussenstuk van minstens
5 mm dik of het originele afstandstuk moet gebruikt worden. Gebruik
eveneens niet-magnetische bevestigingsschroeven.
• D e veiligheidssensor en de bediensleutel mogen niet aan sterke vibra-
ties en hevige schokken blootgesteld worden.
• H oud de veiligheidssensor en de bediensleutel vrij van metalen
spanen
• M ontageafstand tussen twee sensoren min. 50 mm.
3.2 Afmetingen
Alle maten in mm.
Veiligheidssensor met stekker, rechts scharnierende deur
13
6
6
4,5
25
EN ISO 13849-1
25.000.000
bij 20% contactlast
20 jaar
d
x
x
3600
s/h
h
op
op
t
cycle
en de belasting.)
cycle
Veiligheidssensor met kabel, links scharnierende deur
6
4,5
25
Bediensleutel
6
4,5
25
Afstandstuk
4,5
6
18,5
25
NL
BNS 36
13
6
13
6
7
5
3
3