Inhoudsopgave
Advertenties
SC-P5300 Series
Gebruikershandleiding
❏ Wanneer u een papierinstellingswaarde toevoegt,
moet u de naam die bij Instelling aangepast
papier in het printermenu is ingesteld selecteren
als Papiertype.
Controleer of de spuitkanaaltjes niet verstopt zijn
voordat u aanpassingen aanbrengt.
Als spuitkanaaltjes verstopt zijn, worden aanpassingen
niet goed uitgevoerd.
Voer Controle spuitkanaaltjes printkop uit om te
controleren of spuitkanaaltjes verstopt zijn. Voer
vervolgens indien nodig Kop reinigen uit.
"Controle spuitkanaaltjes printkop" op pagina 128
U
Gebruik A4- of groter papier.
Laad A4- of groter papier om het uitlijningspatroon af
te drukken.
Papiertoev. Aanpass.
Dit menu wordt ook gebruikt als de afdrukresultaten
strepen (horizontale strepen, ongelijkmatige tinten of
lijnen) vertonen.
A
Laad papier volgens de feitelijke
gebruiksomstandigheden.
"Rolpapier laden" op pagina 41
U
"Papiercassette/Los vel/Affichebord laden"
U
op pagina 43
B
Druk op de positie die wordt aangegeven
door het vakje in de afbeelding van het
startscherm en druk achtereenvervolgens op
Afdrukafstellingen — Papiertoev. Aanpass.
C
Druk op Start.
De uitlijningspatronen worden afgedrukt.
Wacht tot het afdrukken is voltooid.
Basishandelingen
D
Controleer uitlijningspatroon nr. 1, zoek naar
het minst zichtbare patroon dat vierkant is en
bevestig dat cijfer.
In het volgende voorbeeld is '0' de beste keuze.
E
Het scherm voor het invoeren van de resultaten
voor controle van het uitlijningspatroon wordt
weergegeven. Druk op -/+ om het cijfer uit stap
4 te selecteren en druk vervolgens op Uitlijning
#2.
F
Controleer uitlijningspatroon nr. 2, zoek naar
het minst zichtbare patroon dat vierkant is en
bevestig dat cijfer.
In het volgende voorbeeld is '0' de beste keuze.
G
Het scherm voor het invoeren van de resultaten
voor controle van het uitlijningspatroon wordt
weergegeven. Druk op -/+ om het cijfer uit stap
6 te selecteren en druk vervolgens op OK.
H
Een bevestigingsscherm wordt weergegeven.
Druk op OK.
Wanneer u klaar bent met uitlijnen, keert u
terug naar het startscherm.
Printkop uitlijnen
De printer drukt af door middel van het spuiten van
inktdruppels terwijl de printkop beweegt. Aangezien
er een korte afstand (opening) is tussen het
mediaoppervlak en de printkop, kan daar waar de
druppels landen (afdrukpositie) een onjuiste uitlijning
optreden als gevolg van de papierdikte, veranderingen
in temperatuur of luchtvochtigheid, of interne inertie
wanneer de printkop beweegt.
Deze functie wordt ook gebruikt wanneer lijnen
verkeerd zijn uitgelijnd of het afdrukresultaat korrelig
is.
50
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
