F Serie
2 INSTELLEN MODULES / GEREEDSCHAPPEN
2.1 Inleiding
2.1.1 Algemene bemerkingen betreffende de kalibratie van gereedschappen
Er zijn vier soorten modules: de sleepmodule, de tangentiële module, de freesmodule en de
roterende module. De tangentiële module herkent automatisch welk gereedschap is
gemonteerd. De freesmodule is speciaal gemaakt voor de frees. De roterende module heeft
geen gereedschap; het mes is in de module zelf gemonteerd. De sleepmodule kan niet
automatisch herkennen of een pen of sleepmes is gemonteerd.
De vlakbed-snijplotter heeft geen bedieningspaneel of scherm. Alles wordt gedaan met het
programma Axis Control.
Bepaalde kalibraties moeten worden uitgevoerd na het installeren van een tool. Die parameters
hebben een dubbele functie. Door ze correct in te stellen, wordt de snijkwaliteit
geoptimaliseerd en worden de print- en snijopdrachten nauwkeuriger. Deze kalibraties kunnen
automatisch worden uitgevoerd met ADC.
OPMERKING: Het wordt absoluut aanbevolen om de modules te labelen. Plaats ze
ook altijd in dezelfde positie op de snijkop. De gereedschapsparameters worden
automatisch
Gereedschapsparameters zijn echter ook gedeeltelijk module-afhankelijk. Als
dezelfde module altijd op dezelfde plaats is gemonteerd, wordt de afhankelijkheid
van de gereedschapsparameter van de module teniet gedaan.
2.1.2 Automatische dieptecontrole
De ADC meet nauwkeurig de punt van het mes of bit en stelt de neerwaartse positie van het
gereedschap in op het niveau van de vlakbed-snijplotter.
Bij het opstarten van de machine of na een gereedschapswisseling, wordt de neerwaartse
positie van elk geïnstalleerd mes gemeten om veranderingen te detecteren en
bedieningsfouten te voorkomen als de ADC is geïnstalleerd.
OPMERKING: Alleen het sleepmes kan niet worden gekalibreerd met de ADC, de
rest van de gereedschappen/ messen/ bits kan worden gekalibreerd met de ADC.
opgeslagen
wanneer
14
een
gereedschap
Handleiding
wordt
gebruikt.