F Serie
1.1.1.6 Persoonlijke beschermingsmiddelen
De benodigde veiligheidsuitrusting is afhankelijk van de geïnstalleerde modules en het
materiaal dat moet worden gesneden/gefreesd.
Tijdens het bedienen of onderhouden van de machine dient de operator nauwsluitende kleding
te dragen en geschikte beschermingsmiddelen te gebruiken.
Geschikte beschermingsmiddelen kunnen zijn:
•
Werkkleding.
•
Veiligheidsbril omdat bij het bewerken van het materiaal grote deeltjes kunnen
ontstaan.
•
Gehoorbescherming als het continue geluidsniveau meer dan 80dB bedraagt.
WAARSCHUWING: Er bestaat een risico op verwondingen door bekneld raken
door bewegende machinedelen. Houd handen, haar, kleding en sieraden uit de
buurt van bewegende onderdelen. Draag geen sieraden, losse kleding, sjaals of
open jassen of hemdsmouwen.
1.1.2 Werkomgeving
Omgevingsomstandigheden kunnen de prestaties van de machine aanzienlijk beïnvloeden. De
meeste beperkingen of aanbevelingen voor de ideale werkomgeving worden al beschreven in
het voorbereidingsdocument voor de locatie. De omgevingscondities van de machine (zonder
materiaal) zijn als volgt:
Bedrijfstemperatuur
Bewaartemperatuur
Relatieve vochtigheid
Het is mogelijk dat de omgevingscondities van het gebruikte materiaal strenger zijn dan die
van de machine zelf. Raadpleeg de documentatie over het gebruikte materiaal. Zorg er ook
voor dat het materiaal voldoende tijd heeft gehad om te acclimatiseren.
15 tot 35° C
-30 tot 70° C
35 - 75
%,
condenserend
9
Handleiding
59 tot 95° F
-22 tot 158° F
niet-
35 - 75
%,
condenserend
niet-