30
De computer inschakelen
Nadat u de benodigde randapparatuur en het netsnoer hebt
aangesloten, kunt u de computer inschakelen en aan de slag gaan.
Zet de computer als volgt aan:
1
Schakel alle randapparatuur in die op de computer is aangesloten,
zoals de monitor, printer, fax, luidsprekers enzovoort.
2
Druk op het voorpaneel van de computer op de Aan/uit-knop.
Belangrijk: Zorg ervoor dat het netsnoer juist op het stopcontact
is aangesloten. Als u een verlengsnoer met contactdoos of een
stekkerverdeeldoos met een overspanningsbeveiliging gebruikt,
zorg er dan voor dat deze op het stopcontact is aangesloten en is
ingeschakeld.
De computer uitschakelen
Zo schakelt u de computer uit:
Onder Windows® XP:
1
Klik in de taakbalk op Start en klik op Computer uitschakelen. Klik
vervolgens op Uitschakelen.
2
Schakel alle randapparaten uit die op uw computer zijn
aangesloten.
Als u de computer niet op normale wijze kunt uitschakelen, houdt u de
aan/uit-knop ten minste vier seconden ingedrukt. Als u de knop snel
indrukt, is het mogelijk dat de computer alleen in de slaapstand wordt
gezet.
3 De computer installeren