Instellingen in het
bedieningsmenu
Gebruik de mogelijkheid om de instellingen in
het bedieningsmenu van uw ontvanger uit te
voeren en aan de draadloze microfoon over te
dragen.
Aanwijzingen voor de overdracht van para-
meters aan de draadloze microfoon staan
vermeld in de gebruiksaanwijzing van uw
ontvanger. Deze worden m.b.v. het Sync-
symbool aangegeven.
Hoofdmenu „Menu"
De ingangsgevoeligheid instellen – „Sensitivity"
Menu
Sensitivity
–12 dB
„Sensitivity"
openen
Instelbereik: 0 tot −48 dB in stappen van 6 dB
De audiopiek „AF" wordt tevens weergegeven
wanneer de draadloze microfoon op mute is gescha-
keld, bijv. ter controle van de gevoeligheid voor live-
optredens.
B.Ch: 20.24
531.375
P
MUTE
AF
De ingangs-
gevoeligheid is ...
... te hoog
... correct
... te laag
Instellingen in het bedieningsmenu
Sensitivity
–12
„Sensitivity"
instellen
„Stored"
MHz
Effect/aanduiding
Bij dichtbij inspreken, een luide stem
of luide muziekpassages ontstaat
overmodulatie.
De aanduiding van de audiopiek „AF"
laat tijdens de overmodulatie een
volledige uitslag zien.
Alleen bij de luidste passages laat de
aanduiding van de audiopiek „AF"
een volledige uitslag zien.
Het overdrachtstraject wordt te zwak
gemoduleerd. Dit leidt tot een ruis-
signaal.
dB
Sensitivity
–36
dB
Invoer opslaan
21