16
Thermische energiemeters 22PE-1U..
Inbedrijfstelling
Vastleggen van de installatiespecifieke
parameters
Belimo Assistant App
Opmerkingen over smartphone met
Bluetooth
Mogelijke instellingen
Inbedrijfstellingsrapport
Technische wijzigingen voorbehouden
Bij de inbedrijfstelling van de thermische energiemeter moeten de systeem-
specifieke parameters met behulp van de Belimo Assistant App of de
geïntegreerde webserver worden vastgelegd. De communicatie tussen de
smartphone en de thermische energiemeter gebeurt via NFC (Near Field
Communication). De communicatie van de webserver (PC) naar de thermische
energiemeter gebeurt via een ethernet-kabel en de RJ45-aansluiting. Meer
informatie over de geïntegreerde webserver vindt u in de handleiding van de
webserver.
Webserver
Smartphones met Bluetooth kunnen met de thermische energiemeter worden
verbonden via de "omvormer Bluetooth-naar-near field communication"
ZIP-BT-NFC (zie hoofdstuk "Verbinding via near field communication" onder
"Algemene opmerkingen").
– Keuze van installatie in de retour of in de aanvoer
– Selectie van het bussysteem (MP-Bus/Modbus TCP/BACnet IP/Modbus
RTU/BACnet MSTP) met selectie van het fysieke busadres
– IP-instelling, Belimo Cloud
– Selectie van het medium (water of glycol)
– Extra sensoraansluiting
– Aansluitklem 5 configureerbaar als analoge uitgang DC 0...10 V of voor
MP-Bus
– Selectie van eenheden, bijv. m
/h, l/min, gpm enz.
3
Na de inbedrijfstelling is een inbedrijfstellingsrapport beschikbaar via de
webserver of de Belimo Assistant App. In dit rapport worden alle instellingen
en basisgegevens op een duidelijke en gestructureerde manier weergegeven.
Het inbedrijfstellingsrapport kan worden opgeslagen als pdf-bestand.
Instelbare functies, analoge uitgang
Analoge uitgang 0...10 V, aansluitklem U5
– Instelbaar als DC 0...10 V, DC 0,5...10 V of DC 2...10 V
– Configureerbaar voor output van debiet, vermogen, temperatuur van
temperatuursensor T1/T2 of temperatuursverschil van temperatuursensor
T1/T2
– Schaling: de maximale waarde, d.w.z. het debiet dat overeenkomt met 10 V,
kan worden geschaald, zodat een optimale resolutie wordt bereikt. De
maximale waarde is als fabrieksinstelling ingesteld op qp (qp = nominaal
debiet). De maximale waarde kan worden verhoogd tot maximaal 1,2 x qp.
– Debieten groter dan de maximale waarde worden afgesneden, d.w.z. er
wordt een spanning van 10 V afgegeven.
Analoge uitgang U5
10 V
5 V
0
Omschakeling warmte-/koudemeter
De thermische energiemeter schakelt automatisch om tussen de warmte- en
koudemeting.
Voorwaarden voor het schakelen:
1. Installatie in de retour
a) Als de temperatuurwaarde van T1 hoger is dan T2, dan telt de TEM
T
1
T
warmte-energie.
b) Als de temperatuurwaarde van T1 lager is dan T2, dan telt de TEM
koelenergie.
000
Σ
T
T
2
2. Installatie in de aanvoer
a) Als de temperatuurwaarde van T1 hoger is dan T2, dan telt de TEM
T
1
T
koelenergie.
b) Als de temperatuurwaarde van T1 lager is dan T2, dan telt de TEM
warmte-energie.
000
Σ
T
T
2
Technische wijzigingen voorbehouden
Thermische energiemeters 22PE-1U..
17
Legenda
Fabrieksinstel-
lingen
Alternatieve
instelling
Debiet
qp
1,2 x qp (max. instelbaar)