Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

belimo 22PE-1U Series Bedieningshandleiding pagina 5

Inhoudsopgave

Advertenties

8
Thermische energiemeters 22PE-1U..
Stromingsrichting
Vermijden van cavitatie
Installatie van de temperatuursensor T1
Technische wijzigingen voorbehouden
De stromingsrichting, aangegeven door een pijl op de logicamodule en
debietmeetpijp, moet worden gerespecteerd aangezien het debiet anders niet
correct wordt gemeten.
Om cavitatie te voorkomen, moet de systeemdruk op de uitgang van de
thermische energiemeter minimaal 1 bar zijn bij qs (hoogste debiet) en
temperaturen tot 90°C. Bij een temperatuur van 120°C moet de systeemdruk
op de uitgang van de thermische energiemeter ten minste 2,5 bar bedragen.
De temperatuursensor T1 is geïnstalleerd via een dompelbuis.
De aansluitkabel van temperatuursensor T1 mag niet langs hete leidingen
worden gelegd of eromheen worden gewikkeld, aangezien de leidingsweer-
stand en de temperatuurafhankelijkheid daarvan het meetresultaat van
temperatuursensoren in 2-aderige technologie beïnvloeden.
Installatie in de retour (standaard)
Toewijzing en configuratie
De webserver of de Belimo Assistant App
moeten worden gebruikt om de thermische
energiemeter te informeren dat deze zich
in de retour bevindt (zie ook het hoofdstuk
"Inbedrijfstelling").
T1
T
A-22PE-A0..
T
1
Technische wijzigingen voorbehouden
Afbeelding 1 toont het principe. De thermische energiemeter bevindt zich in de
retour van de verbruiker. De temperatuursensor T2 die rechtstreeks in de
sensormodule is geïnstalleerd, registreert de retourtemperatuur. De externe
temperatuursensor T1 kan via een dompelbuis (A-22PE-A07 voor DN 15...50 in
de leveringsomvang inbegrepen) of een T-stuk met dompelbuis in de toevoer
(A-22PE-A0.. als toebehoren verkrijgbaar) worden gemonteerd.
Bij de installatie van de thermische energiemeter moet rekening worden
gehouden met de stromingsrichting. De stromingsrichting wordt aangegeven
door de pijlen op de behuizing met doorstroom (aan beide zijden) en op de
logicamodule. De thermische energiemeter wordt geïnstalleerd tussen twee
pijpkoppelingen (verkrijgbaar als toebehoren EXT-EF-..D).
De temperatuursensoren T1 en T2 zijn vast verbonden met de thermische
energiemeter. De kabellengte mag niet worden gewijzigd. Als de sensormodule
wordt vervangen, worden ook de beide temperatuursensoren T1 en T2
vervangen.
T
1
T
1
000
Σ
EXT-EF-..D
T
T
2
F l o w
Afbeelding 1
Thermische energiemeters 22PE-1U..
9
T
2
EXT-EF-..D

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

22pe-1uc22pe-1ud22pe-1ue22pe-1uf22pe-1ug22pe-1uh

Inhoudsopgave