Hoofdstuk 3
Bediening
Functies van het toetsenpaneel
AAN/UIT-toets
Pijltoetsen (
(enter)-toets
Pijltoetsen (
en
en menu-softkeys
Veel voorkomende termen
In deze handleiding komen enkele termen voor die in verschillende contexten
kunnen worden gebruikt. Hieronder volgt een korte uitleg van de betekenis
van die termen.
Meting
Test ID
U zet de Model IAQ920 aan en uit door op deze
toets te drukken. Tijdens het opstarten toont de
display achtereenvolgens de volgende gegevens:
modelnummer, serienummer, softwareversie en
laatste kalibratiedatum.
Met deze toetsen kunt u tijdens het instellen van
)
een parameter door de menukeuzes scrollen. Als de
toetsen
het toetsenpaneel vergrendeld, zodat onbevoegd
wijzigen van instrumentinstellingen wordt
voorkomen. U ontgrendelt het toetsenpaneel door
de toetsen
Indrukken om een ingevoerde waarde of optie te
accepteren.
)
Met de pijltoetsen kunt u tijdens het instellen van
een parameter de menukeuzes wijzigen. Druk op de
softkey Menu om de menu-opties te openen, te
weten Display Setup (display-indeling), Settings
(instellingen), Barometric Pressure, Data Logging
(gegevens loggen), Applications (toepassingen) en
Calibration (kalibratie).
Een meting (monster) bestaat uit alle
metingswaarden die tegelijkertijd zijn opgeslagen.
Een groep samples. Voor elke test ID worden
statistische waarde-eenheden (gemiddelde,
minimum, maximum en telling) berekend. Het
maximumaantal test ID's bedraagt 100.
tegelijk worden ingedrukt, wordt
en
nogmaals tegelijk in te drukken.
en
5