17
BEDIENINGSINSTRUCTIES
ELEMENTEN VOOR AUTOMATISCHE BEDIENING
De motor moet op volle toeren draaien, ongeacht het formaat van het hout dat moet worden versnipperd. De
versnipperaar is uitgerust met een controle-eenheid waarmee de maximale toegestane belasting van de motor
tijdens het versnipperen wordt ingesteld. De eenheid stelt de belasting in door de invoerwalsen automatisch uit
en in te schakelen. Deze eenheid wordt vooraf in de fabriek ingesteld en kan niet worden aangepast.
OPMERKING: Wanneer de motor op een laag toerental is ingesteld, wordt de invoerfunctie van de wals
uitgeschakeld. De terugloopfunctie van de wals kan wel bij elk toerental worden gebruikt. Let op: De wals kan
plotseling automatisch opnieuw starten.
DAGELIJKSE CONTROLES VOORDAT U DE VERSNIPPERAAR START
PLAATS de machine op een stevige, vlakke ondergrond.
CONTROLEER of de machine goed wordt ondersteund en niet in beweging kan komen.
CONTROLEER of alle beschermkappen stevig zijn bevestigd.
CONTROLEER of de uitvoereenheid op zijn plaats zit en stevig is bevestigd.
CONTROLEER of de uitvoerbuis in een richting wijst die geen gevaar oplevert.
CONTROLEER of er geen voorwerpen in de invoertrechter zitten.
CONTROLEER de bedieningselementen zoals hieronder beschreven.
CONTROLEER (visueel) op lekken van vloeistof.
CONTROLEER het peil van de brandstof en de hydraulische olie.
VOOR PTO-MODELLEN:
ZORG dat de uiteinden van de aandrijfas stevig zijn bevestigd aan de PTO-as en de ingaande
as van de versnipperaar.
CONTROLEER of de PTO-as, ingaande as van de versnipperaar en aandrijfas correct zijn vergrendeld.
CONTROLEER of de beschermkettingen stevig zijn bevestigd aan het frame om draaien van de
beschermkap te voorkomen.
SLUIT de stroomkabel van de trekker op de versnipperaar aan.
Zie de afbeeldingen op pagina 3 & 4 voor de locatie van onderdelen.
NOODSTOP - MOTOR (AANHANGERMODELLEN)
Zet de gashendel in de 'schildpad'-positie.
Draai de contactsleutel in de positie O.
NOODSTOP - MOTOR (RUPSMODELLEN)
Druk de rode knop boven op de motorkap in als de machine in noodgevallen volledig moet worden
stopgezet. Hierdoor wordt de motor in de kortst mogelijke tijd uitgeschakeld. De motor kan pas weer
worden gestart als u de rode knop hebt gereset door deze uit te trekken.
NOODSTOP - (PTO-MODELLEN)
Druk op de RODE STOPKNOP of de RODE VEILIGHEIDSSTANG (gebruik de voorziening die het
dichtst in de buurt is). Draai de contactsleutel van de trekker in de uit-stand of gebruik de stophendel
van de trekker.
Door de noodstop wordt er geen materiaal meer in de versnipperaar ingevoerd. De rotor blijft wel draaien.
U kunt deze stoppen door de trekker los te koppelen of uit te schakelen.
TIMBERWOLF
MODELLEN TW 125/150