Installatie- en gebruikershandleiding
6 In gebruik nemen
6.1 Aquisitiesysteem activeren
Bij toepassing als datalogger is het noodzakelijk om de volgende actie met het centrale acquisitiesysteem uit
te voeren:
Activeer het modem door middel van het bedienen van SW1 gedurende 4 seconden totdat de NETWORK
statusled aan gaat (zie figuur 1). De UNICOM 300 wordt nu aangemeld. Het aanmelden kan enkele minuten
duren. Indien UNICOM 300 succesvol is aangemeld op het netwerk, zal de NETWERK statusled (tabel 6)
gaan knipperen. Wanneer TCP actief is, zal de WDS statusled actief zijn.
Laat het centrale acquisitiesysteem contact maken met UNICOM 300 en de klok synchroniseren. Hiermee
wordt zeker gesteld dat de interne klok gelijkloopt met het centrale acquisitiesysteem. Wigersma & Sikkema
levert UNICOM 300 standaard af met gedeactiveerde datalogger en modem functies. Kloksynchronisatie zal
de datalogger functies activeren (de scheduler, intervallogger, de historische logger en, indien geactiveerd,
FTP). Als UNICOM 300 geconfigureerd is voor encodertelwerk uitlezing, zal tevens een encodertelwerk
initialisatie plaatsvinden waarbij de gegevens van de gasmeter worden uitgelezen.
6.2 Device init functie
De device init functie wordt gebruikt voor het synchroniseren van de klok met een NTP-server, versturen van
een eerste FTP-bericht en het deactiveren van de stock lock functie na installatie van de UNICOM 300.
Om de device init functie te activeren moet schakelaar SW1 ingedrukt houden totdat statusled INIT 1x per 4
seconden knippert. Dan SW1 loslaten.
De device init functie kan alleen geactiveerd worden als NTP, FTP en de APN geprogrammeerd zijn.
Indien deze niet zijn geprogrammeerd, kan de functie niet worden geactiveerd en zal de statusled INIT 1x
per seconde gaan knipperen bij het indrukken van schakelaar SW1.
Vervolgens start de initialisatie en worden de actuele datum, tijd en modem informatie opgevraagd.
Tevens wordt de stock lock van UNICOM 300 gedeactiveerd. De meter (UNIGAS 300 of UNICOM 300) zal
vervolgens de verdere device init afhandelen. Indien de UNICOM 300 is ingesteld als Encoder, zal ook de
encoder initialisatie uitgevoerd worden. Wanneer de initialisatie is afgerond, zal het statusled INIT 1x per 2
seconden knipperen.
Vervolgens zal een FTP bericht verstuurd worden, en na het versturen van de eerste FTP-bericht zal het
statusled INIT continue aan zijn voor 10 seconden om aan te geven dat de device init correct is afgerond.
In het geval dat er geen device init moet worden uitgevoerd, moet de gebruiker bij het indrukken van
schakelaar SW1 deze binnen 4 seconden loslaten.
6.3 Aanpassen van het gebruik: datalogger <-> transparant modem
Aanpassing van gebruik als datalogger naar gebruik als transparant modem:
Controleer met UNITOOL of waarde C.93.15 op "uit" staat of zet de waarde C.93.15 op "uit".
•
Activeer hiervoor de stock lock functie, zie tabel 3.
•
Aanpassing van gebruik als transparant modem naar datalogger:
Controleer met UNITOOL of waarde C.93.15 op "aan" staat of zet de waarde C.93.15 op "aan".
•
Dit wordt automatisch uitgevoerd bij een kloksynchronisatie door het centrale acquisitiesysteem of
•
wanneer een device init wordt uitgevoerd (zie hoofdstuk 5.2).
6.4 Uit gebruik nemen
Wordt bij toepassing als datalogger UNICOM 300 uit gebruik genomen dan dienen de datalogger functies
gedeactiveerd te worden om onnodig batterijverbruik en het loggen van niet relevante gegevens te
voorkomen. Activeer hiervoor de stock lock functie, zie tabel 3.
In geval van FTP kan de device init gestart worden om een FTP-bericht te versturen (zie hoofdstuk 5.2).
DDN5000GHNL/10-2022/Rev.B3
UNICOM 300 N511
12