Opstellen
Opstelplaats
Het apparaat in een goed geventileerde en droge ruimte neerzetten.
De omgevingstemperatuur heeft invloed op het stroomverbruik en het
onberispelijk functioneren van het apparaat.
Het apparaat daarom
– niet aan directe straling van de zon blootstellen;
– niet bij radiatoren, naast een kachel of andere warmtebronnen plaat-
sen;
– alleen op een plaats neerzetten waarvan de omgevingstemperatuur
overeenkomt met de klimaatcategorie waarvoor het apparaat is ont-
worpen.
De klimaatcategorieën staan op het typeplaatje dat zich links aan de
binnenkant van het apparaat bevindt.
De volgende tabel geeft aan welke omgevingstemperatuur bij welke
klimaatcategorie behoort:
Als het onvermijdelijk is het apparaat naast een warmtebron te plaat-
sen, aan weerszijden minimaal de volgende afstanden aanhouden:
– tot elektrische kachels 3 cm;
– tot olie- en kolenkachels 30 cm.
Als men zich niet aan deze afstanden kan houden, is een warmte-isola-
tieplaat tussen kachel en koelapparaat aan te bevelen.
10
Klimaatcategorie
SN
N
ST
T
voor een omgevingstemperatuur van
+10 tot +32 °C
+16 tot +32 °C
+18 tot +38 °C
+18 tot +43 °C
818 19 75-00/7