2
Batterijen gebruiken
Dit instrument vereist vier alkaline- (LR6) of
mangaanbatterijen (R6) of oplaadbare Ni-MH-
batterijen van AA-formaat. Voor dit instrument
worden de alkalinebatterijen of oplaadbare Ni-MH-
batterijen aanbevolen omdat andere typen kunnen
leiden tot slechtere batterijprestaties.
WAARSCHUWING
• Raadpleeg het gedeelte 'Batterij' in
Voorzorgsmaatregelen (pagina 4).
1
Controleer of het instrument is uitgeschakeld.
2
Open het batterijcompartimentklepje aan de
onderkant van het instrument.
3
Plaats de vier nieuw batterijen en let daarbij
goed op de polariteitsaanduidingen (+/-) aan de
binnenzijde van het compartiment.
4
Plaats het compartimentklepje terug en let erop
dat het goed vastklikt.
LET OP
• Zorg ervoor dat u het type batterij correct instelt (pagina
10). Een onjuiste instelling van het type batterij kan de
levensduur van de batterij verkorten.
• Wanneer u de USB-netadapter met geplaatste batterijen
aansluit of loskoppelt, kan het instrument worden
uitgeschakeld, wat tot verlies van gegevens kan leiden.
Het instrument aanzetten/op stand-
by zetten
Als u het instrument wilt inschakelen, drukt u op de
[
]-schakelaar (Standby/On); het display licht op.
Houd de [
]-schakelaar (Standby/On) ongeveer
één seconde ingedrukt om het instrument op
stand-by te zetten.
Het mastervolume aanpassen
Dit instrument heeft een functie Volume Limit waarmee
u kunt voorkomen dat het mastervolume per ongeluk
op een te hoog niveau wordt ingesteld. Zie
'Volumelimiet' op pagina 10 voor het gebruik van deze
functie.
Gebruik de MASTER VOLUME-knoppen.
Volumebereik: 00–15 (standaard 13).
OPMERKING
• De volume wordt teruggezet op de standaardwaarde 13 als
een initialisatie (pagina 11) wordt uitgevoerd.
PSS-F30 Gebruikershandleiding
0. 0 . 1
Omhoog
Omlaag
0. 0 . 1
05
7