Opmerking
• Een
(sterretje) op het LCD-scherm geeft de huidige instelling aan.
10. Gebruik de knop
OK.
Volg de aanwijzingen van meldingen op het scherm om de papiergegevens op te slaan.
11. Trek de papieruitvoersteun (F) uit en sluit vervolgens de papieruitvoerlade.
12. Open het verlengstuk van de uitvoerlade (G).
Opmerking
• Om onjuiste afdrukken te voorkomen, biedt deze printer een functie die detecteert of de gegevens die
zijn ingesteld voor het geplaatste papier, overeenkomen met de papierinstellingen. Selecteer de
papierinstellingen in overeenstemming met de papiergegevens voordat u gaat afdrukken. Als deze
functie is ingeschakeld, wordt een foutbericht weergegeven als deze instellingen niet overeenkomen
om zo onjuiste afdrukken te voorkomen. Als dit foutbericht wordt weergegeven, controleert en corrigeert
u de papierinstellingen.
om Envelop (Envelope) te selecteren en druk daarna op de knop
82